Welkom op het GitaarNet.
  • Joe Satriani - Strange beautiful music

     ARTIKELEN


    Joe Satriani
    Strange beautiful music
    door onze redactie Juni 2002
    Steve Lukather

    Het nieuwe album van Joe Satriani, Strange beautiful music, is op 25 juni uitgekomen. Op 16 juli staat hij in de Heineken Music Hall, waar het Nederlandse publiek de nummers voor het eerst live kan horen. Joe Satriani, de meest melodieuze onder de 'gitaargoden', heeft een 'vocale' manier van gitaarspelen. Op veel van zijn concerten zingt het publiek mee, terwijl bijna zijn gehele repertoire uit instrumentale nummers bestaat. Op zijn nieuwste album staan inderdaad vreemde, maar vreselijk mooie nummers. Na zijn vorige studioalbum, Engines of creation, waarbij hij experimenteerde met trance en techno invloeden, keert hij met dit album weer helemaal terug naar zijn 'rock roots'. Het is een zeer melodieuze rockplaat geworden, die hij grotendeels in eigen studio heeft opgenomen. Zoals we van hem gewend zijn, zitten de composities geniaal in elkaar. Hij legt de verschillende gitaarstukken, elektrisch en akoestisch, over elkaar heen en speelt daaroverheen zijn geniale solo's en melodielijnen. Er staan zowel 'heavie' stukken op, zoals Mindstorm, als meer ballad-achtige nummers met zeer aparte arrangementen, zoals The chords of life, Starry night en You saved my life. GitaarNet sprak met hem op de dag van zijn CD release.

    Joe Satriani

    Strange beautiful music; een titel die toepasbaar is op je hele oevre
    Het is een titel die we inderdaad aan ieder album wilden geven en het is ook de naam van mijn eigen uitgeverij. Laten we zeggen dat de tijd er nu eindelijk rijp voor was. De tekst 'Strange, beautiful music' werd uitgesproken door Jimi Hendrix op het nummer Third stone from the sun, op zijn eerste plaat Are you experienced. In mijn jeugd heeft dat nummer een enorme indruk op mij gemaakt. Wat Hendrix voor mij persoonlijk zo bijzonder maakte, waren zijn 'vreemde en mooie' creaties als Little wing en Waterfall, nummers over liefde, uitgevoerd op een nooit eerder vertoonde manier. Als kind identificeerde ik mij daar mee en stelde als ultiem doel ooit zo'n nummer te schrijven.

    Strange beautiful music begint onheilspellend vreemd, door je gebruik van oosterse toonladders in de eerste twee nummers, Oriental Melody en Belly Dancer. Wat is je relatie met oosterse muziek?
    Als jonge muzikant was ik al zeer geïnteresseerd in de achterliggende opbouw van muziek, zoals die in de hele wereld gemaakt werd. Als je er vanuit het gezichtpunt van een muzikant naar kijkt, realiseer je je dat, simpel gezegd, alles draait om de ruimte tussen de verschillende noten: de toonladders. Dat maakt het verschil. Je speelt in een bepaald nummer twee noten op een bepaalde manier, en je krijgt een lach op iemands gezicht. Vervolgens speel je in dat nummer die twee noten net op een andere manier, en dezelfde persoon voelt zich ongemakkelijk. Om het ingewikkelder te maken: als je die twee noten aan een Canadees laat horen, ervaart deze de stemming waarschijnlijk als ongewoon, terwijl het voor een Marokkaan een feest van herkenning is. Ik ben altijd geboeid geweest door deze emotionele reactie. Als je wetenschapper bent, zou je het willen bestuderen. Het gaat om de emotionele reactie op muziek. Vreemde muziek voor de één klinkt als vredig en herkenbaar voor de ander.

    Grappig eigenlijk, dat iets dat zo simpel klinkt als 'de ruimte tussen de noten' de muzikale ontdekkingstocht behelst van eigenlijk iedere muzikant.
    Juist. In al mijn jaren als muzikant heb ik een zeer uitgebreide studie gemaakt naar toonladders. Ik ben op een gegeven moment verhuisd uit New York, meegegaan met mijn oudere zussen, met als hoofddoel alle leuke dingen van mijn leven als tiener te ontvluchten. Ik was zo bevlogen dat ik de rust nodig had van 'het in mijn eentje, met gitaar, op mijn kamer zitten'. Ik voelde dat ik het geheim van toonladders moest ontrafelen. Alles zou dan op zijn plaats vallen. In die tijd leerde ik dat je twee, drie, of vier toonladders samen kunt voegen. Sommige ladders vullen elkaar dan niet aan, anderen weer wel. Ik kwam er achter dat als je dat gebruikte, het combineren van ladders in verschillende toonsoorten, terwijl je één grondtoon aanhoudt, je hele interessante variaties kan creëren. Dat was wat ik hoorde als ik naar wereldmuziek luisterde. Nu ik de wetenschap had hoe je bepaalde stemmingen en gevoelens schept door middel van toonladders, kon ik een nieuwe uitdaging aangaan: mijn eigen gevoelens uiten met gebruik van die noten.

    En één van je misterieuze stemmingen is vervat in het eerste nummer, Oriental melody. Oriental melody concentreert zich op een ongewoonlijke toonladder, de oosterse ladder. Een Amerikaanse muzikant, opgegroeid met rock and roll en blues, gebruikt deze nauwelijks. De oosterse ladder staat voor een benadering van muziek die wordt beoefend in Arabische landen en Turkije tot China en Japan. Ik probeer het te combineren met nog een andere toonladder; prychisch dominant en een soort 'blue' dorische toonladder.

    Over je manier van componeren; ik las dat je weleens nummers of solo's componeert, met slechts een metronoom, terwijl je de melodieën die je aan het neuriën bent opschrijft.
    Klopt. Het gaat er voor mij om steeds een andere manier te vinden. Ik zal dat waarschijnlijk blijven doen. Ik plaats mezelf voortdurend in een andere situatie, zodat ik mezelf niet blijf herhalen. In de westerse maatschappij zijn mensen vaak omringd door keuzes; er zijn dan zoveel mogelijkheden dat je niet weet welke te nemen. In Amerika hebben we daar een uitdrukking voor: 'spoilt for choice'. Om deze valkuil te omzeilen, leg ik mezelf een bepaalde discipline op. Ik zeg dan: 'vandaag ga ik mijn muziek niet meer op die manier schrijven, maar doe ik het op die of die manier'. Vaak levert het me weer een nieuw begrip op, over hoe je muziek kunt combineren en variëren.

    Het nummer Belly Dancer, wat een climax bereik je daar!
    Belly Dancer is een nummer dat heel veel tijd heeft gekost voor het eindelijk uit werd gebracht. Ik heb het echt over jaren. Ik had het geschreven voor een album genaamd Joe Satriani, dat in eerste instantie Crystal Planet zou heten . Ik zou de plaat produceren met Eric Valentine (Smash mouth / Third eye blind). We hadden een heel specifieke opvatting over de wijze van opnemen. We wilden werken met 'groepen' van twee of hoogstens drie nummers. Aan het volgende nummer wilden we dan pas beginnen als we de de vorige (groep) nummers helemaal hadden afgemaakt. Van het nummer Belly Dancer hadden we op dat moment, het was in 1995, het gevoel dat de sound een beetje '10 jaar geleden' klonk, het had een soort '80er jaren Van Halen ritme'. Ik kreeg een idee, om een soort van 'B52 drumbeat' erin te mixen. Mijn bedoeling was om aan het van oorsprong heavy nummer een humoristisch effect mee te geven. Daarbovenop wilde ik die ongewone oosterse toonladders toevoegen. Door speelstijlen en effecten uit het verleden toe te voegen, wilde ik een soort futuristisch effect bereiken. Maar het lukte gewoon niet. Dit slepende proces zou nog langer gaan duren. Ongeveer 6 maanden later deed ik weer een poging waarbij ik zelf produceerde. Ik werkte met Greg (Bissonette, drummer red) en Mat (Bissonette, bas red).We namen het hele nummer op, met de ritme- en gitaarpartijen, maar op de een of andere manier was het nog steeds niet klaar om er melodie en solo in te stoppen. Twee jaar later probeerde ik het weer. Nu samen met Mike Frasier voor het album Crystal Planet. Resultaat: ik was nog steeds niet tevreden.

    Later werkte ik weer met Eric Cadieux, aan Enigines of creation. Belly Dancer was echter te 'ROCK' voor dat album, waarop ik met trance en techno invloeden experimenteerde.

    Tijdens de opname van Strange, beautiful music had ik een vertrouwen dat het nu eindelijk ging lukken. Ik had het gevoel dat ik met een beter arrangement moest komen; een sterkere interpretatie van de originele melodie. De originele melodie was heel ruig opgenomen, met veel echo en reverb. Ik probeerde nu het tegenovergestelde, met een meer vocale benaderingswijze. Verder bewerkte ik het nummer in die zin dat ik melodielijnen, die eerst synchroon liepen uit elkaar haalde, zodat de verschillende secties naar een climax zouden leiden. De solo aan het eind is zo vreemd, het begint 'normaal' om vervolgens compleet de controle te verliezen. Hoe tegenstrijdig het bij dit verhaal ook mag klinken, was dat voor mij het belangrijkste in het afronden van dit nummer, dat verlies van controle. Na het horen van al die verschillende oosterse toonladders, wordt het uiteindelijk helemaal chromatisch! Ik was blij dat het uiteindelijk op zijn plaats kwam omdat ik er zo veel jaren mee bezig was geweest.

    Over je 'vocale benadering' van gitaarspelen - denk je aan verhalen of situaties als je aan het componeren bent?
    Ik hou niet van het woord denken, ik voel het. Soms kun je gevoelens beter niet omschrijven. Om bij het voorbeeld van die laatste solo te blijven: ik was ik in mijn homestudio, ik had al wel vijftig verschillende solo's geprobeerd en ik werd erg gefrustreerd. Bij alles wat ik had gespeeld en achteraf beluisterde dacht ik van: 'nee, dit is het niet'. Ik had niet het idee dat ik de energie van de 'juiste einde van het nummer'-sfeer te pakken kreeg. Ik had geen contole genoeg. Het was alsof ik een voor mij ongewone creatieve richting moest vinden. Ik probeerde alles; ik veranderde de benadering, van een jazz tot blues/rock benadering en verwisselde steeds van gitaar en apparatuur. Uiteindelijk pakte ik een Ibanez Artist gitaar waar ik nog niet op had gespeeld, de setup hiervan was nog niet op mij afgestemd, en het had heavy snaren. Ik plugde hem in een klein pedaaltje dat ik verder nooit gebruik, drukte op 'record' en begon de solo. Het werd één lange 'take'. Toen ik aan het eind kwam, wist ik het: 'wouw dat was apart'. Het was alsof ik buiten mezelf trad en een verhaal vond dat ik nog nooit had verteld. Uiteindelijk hield ik van die solo omdat het zo anders was dan ik ooit had gedaan. Voor iedereen die aan de plaat werkte was die eindsolo het laatste hoofdstuk van het nummer, waarvan het eerste al in 1995 werd geschreven.

    De klassieker Sleepwalk, dat op de originele versie met een lapsteel gitaar wordt gespeeld, speel je samen met Robert Fripp. Bij de lineup staat dat hij op 'friptritronic guitars' speelt. Wat moeten we daar onder verstaan?
    Voor dit nummer, een cover van de klassieker van Santo & Johnny, gebruikte ik het 'cleane' directe geluid van een Ibanez gitaar, zonder versterker. Met deze 'cleane sound' wilde ik het origineel zo mooi mogelijk vertolken. Doordat op het origineel inderdaad een lapsteel wordt gebruikt, was het best moeilijk om de gitaarversie te maken. Ik had andere versies gehoord, van Jeff Beck en Brian Setzer, die een duidelijk 'gitaristische' benadering hadden. Ik wilde juist op een zo 'smooth' mogelijke manier de lapsteel imiteren. Het enige dat er voor mij aan ontbrak, was dat er niets 'strange' aan was. Ik belde Robert Fripp en vroeg of hij er wat voor voelde om iets 'strange' aan het nummer toe te voegen.

    Op een middag in mijn homestudio begon hij alle verschillende gitaarstukken te improviseren. Op een gegeven moment besloten we om al die verschillende stukken in een keer in de opname te voegen. In eerste instantie alleen om te horen hoe het klonk. Toen we die 'groep' gitaarpartijen hoorden, klonk het echt alsof ie het zo had geschreven. We kregen echt een grote glimlach op onze gezichten: we hadden een 21e eeuwse versie gemaakt van een klassieker!

    Een vriend bellen om thuis een nummer af te maken, het klinkt erg 'relaxed'.
    Precies. Omdat ik de meeste gitaarpartijen in mijn (digitale) homestudio heb opgenomen, had ik de vrijheid om de arrangementen op de juiste manier samen te laten smelten. Tijd is in dit verband ook erg belangrijk. Wanneer je een album opneemt in een professionele studio kost het vaak zoveel geld dat je de neiging kan krijgen om gehaast te worden.Thuis had ik meer tijd om al de arrangementen op elkaar af te stemmen en kon ik blijven luisteren naar de combinatie van al die ideeën. Een nummer dat qua accoordenstructuur simpel is, kan zo door de composities en arrangementen iets heel complex worden. Ik verlies ook nooit iets, omdat al de ideëen die ik thuis krijg, op mijn harddisk staan.Luister maar eens naar het nummer Chords of life, dat begint begint met de harp (Pia Vai, vrouw van.... red) waarbij vervolgens steeds verschillende partijen inkomen. Ik denk niet dat een band in een studio ooit met zo'n ongewoon arrangement zou komen. Het gebeurt alleen als je de vrijheid hebt, en de tijd kunt nemen om de verschillende delen te combineren. Dit digitale tijdperk heeft daarbij ook zijn voordelen. Je kunt elkaar files over het Internet versturen, zodat je de muziek meteen weer kunt gebruiken in je compositie.

    Over je toernee: is het niet vreselijk moeilijk om de nummers van Strange beautiful music live te brengen?
    Het live spelen van de nummers voor mensen over de hele wereld is voor mij echt het laatste stukje van de puzzel. Ik kan daar echt heel opgewonden over zijn. Wat je je wel moet realiseren is dat een album nooit is gemaakt om voor duizenden mensen te spelen. Zo werkt het niet, concerten vereisen een hele andere benadering. Je moet de nummers als het ware door een filter gooien. Soms moet je dan dingen veranderen om de sfeer en energie van een nummer te behouden. De ene keer lukt dit en komt het nummer het live beter tot zijn recht. In andere gevallen is het moeilijker. Dan kan je een partij uit de originele opname halen dat je op de achtergrond mee laat spelen. Dit is soms nodig om de juiste sfeer te pakken te krijgen. Ik heb dat toegepast bij het nummer Time, van het album Crystal planet. Ik had jaren een minidisc mee op toernee waar ik op nummers als Time overheen speelde.

    Ik luisterde net nog even naar Mind storm ; de riffs in dat nummer bevatten meer energie en originaliteit dan de meeste rock nummers die je tegenwoordig op de radio hoort. Zet er een zanger in en je hebt een nummer 1 hit.
    Ik denk eigenlijk dat elk nummer op het album ge- mixed zou kunnen worden met een rocknummer dat nu op de radio wordt gedraaid. Naar mijn smaak zouden enkele nummers zo kunnen word
    n vermengd met bepaalde 'vocale' nummers, heavy/alternatief danwel 'classic' rock. Ik denk dat je Mind storm, System of a down en Metallica, achter en door elkaar kunt spelen en het zou prima in elkaar passen. Ik denk dat het niet raar is om te denken dat ik op een zeker moment een plaat ga maken met een zanger of met een band. Ik sta altijd open voor de mogelijkheid, maar ben nog steeds aan het zoeken naar de juiste 'co-host'.

    BONUS VRAGEN

    Op het GitaarForum hebben we lezers de kans gegeven een vraag aan Joe Satriani te stellen. Twee ervan hebben we uitgekozen, gesteld door Forum-lid 'Ibanez':

    Komt de Ibanez JS 7 string in de gewone verkoop ?
    Ik hoop het wel! Maar niet op korte termijn. Ik denk dat Ibanez wat meer tijd wil nemen om onderzoek te doen naar de houtsoorten en andere componenten. De meeste gitaarmerken werken op een wetenschappelijk manier; ze 'gooien' niet zomaar producten op te markt. Deze 7 string is nog steeds in een premature fase. Het prototype dat ik heb, heeft een mahonie houten body en een nek van esdoorn (maple) met een fretboard van pallissander (rosewood) , met een regular edge tremolo systeem. Ik denk dat Ibanez komt met een nieuw soort brug die ze op elke JS 7 string gitaar toe gaan passen , maar ik heb het zelf nog niet gezien. Wat betreft de pickups zijn we er wel uit: Dimarzio heeft er PAF pro FRED pickups voor gemaakt. Maar om op je vraag terug te komen: de snelheid van het op de markt brengen hangt af van beslissingen over de te gebruiken houtsoorten, de afwerking en de brug. Laten we zeggen: ik denk niet dat ie in de komende 6 maanden uitgebracht wordt.

    Waarom heeft bassist Stu Ham de band verlaten?
    Hij heeft de band niet verlaten, "I just didn't include him in the band". Mijn platen zijn soloprojecten en Stu heeft eigenlijk maar op een studioalbum ( van de acht/negen) meegedaan, namelijk op twee nummers van Flying in a blue dream. Hij heeft wel live bas gespeeld tijdens bijna alle tours. Stu is een geweldige bassist, hij kan echt alles spelen. Hij is echter niet echt een rock bassist, maar meer een fusion bassist . Als je een rockalbum gaat maken, zoals in dit geval, kun je beter met mensen werken die zich helemaal kunnen vinden in de stijl. Ik heb eerder opgenomen en getoerd met Matt (Bissonette) en hij kan zich beter vinden in mijn stijl.

    top


     Relevante links:

    www.satriani.com
    Oriental scales (oosterse toonladders)
    Video interview Joe Satriani (2002 California Music Awards)
    Dimarzio FRED PAF PRO
    Website Robert Fripp
    www.ibanez.com
    Roo's Satriani CollectionStrange Beautiful Music Review
    www.santoandjohnny.com


Back to top