Die weerstanden (ik denk dat die 47ohm er ook bij hoort) zorgen voor zgn 'sag' wat zoveel betekent dat de spanning daalt als de versterker meer stroom vraagt. Een soort compressie effect, maar behoorlijk subtiel. Een rectifier buis doet het zelfde. De 10nF cap hoort er ook bij evenals de 2 x 3 diodes in serie. Door drie diodes in serie te zetten kun je de curves optellen en krijg je een wat minder abrupte overgang van sper naar geleiding. Opnieuw, om een buizenrectifier effect te benaderen.
Diodebrug lijkt me ook wel gaaf hoor
Laatst gewijzigd door tmms; 23 december 2020 om 08:56
, mk4 wordt nog wel wat. Bedankt.
Er zitten andere eigenaardigheden in dit schema. Ben meneer Fryer wel erkentelijk voor deze schakeling, want ik zit in m'n maag met de buizengelijkrichter. In eerste instantie vanwege koelingsproblemen en de capaciteit van de gloeistroom in mijne, maar ook vanwege de betrouwbaarheid. Brian May gebruikt trouwens enigszins verschillende ontwerpen in zijn rig, dacht altijd drie dezelfde versterkers links-direct-rechts, maar dat is niet zo. Ook de luidsprekers verschillen.
Diodes schakelen sneller dan een buisje en bij diodes heb je te maken met een hersteltijd waarin, als de diode uit geleiding gaat kortstondig een (weliswaar zeer kleine, maar toch) stroom in sper kan lopen. Bij geschakelde voedingen moet je hier echt rekening mee houden. Bij 50Hz is het effect niet zo groot, maar toch ontstaat er meer ruis dan bij gebruik van een buis.
Je ziet bij een bruggelijkrichter regelmatig 4 x 10nf caps over iedere diode staan. Dat werkt echter niet in het gegeven schema. Als je daar 10nF over de diodes zet voegt dat alleen troep toe. Vandaar dat er 10nF parallel staat.
Bij high end audio apparaten wordt om te beginnen al gekeken welke diodes het minste ruis veroorzaken.
De 'ratelcondensatoren' over bruggelijkrichter dioden ken ik wel.
"Meten is weten, gissen is missen"
Favorieten/bladwijzers