Heej nico ik heb het nog eens op me gemak doorgelezen, in combinatie met het topic over triode buizen wat je hebt gemaakt hier en het is me al een stuk duidelijker.
Doordat de buis gaat gloeien komt er stroom te lopen over de kathode omdat er een spanning op de anode staat. Omdat voor het biassen de stroom op grid eigenlijk negatief moet zijn maar dit niet kan. Zet je door middel van de weerstand tussen de kathode en de GND een spanning op de kathode wat eigenlijk dezelfde gevolgen heeft als het grid negatief maken.
Maar met de kathode weerstand bepaal je dus ook de vervorming van de versterker? Hoe ongelijker de afstand word tussen de gridspanning op de loadlijn hoe meer vervorming (gain/distortion) je krijgt?
Bij de P1 bijvoorbeeld heb ik zitten rekenen. daar staat 238V bron op, Ra is 100k en de Rk is 2,7K. Wanneer je dan loadlijn tekend en terug gaat rekenen vanuit die weerstand kom je op -1,6V grid ongeveer. Dus deze heeft dan iets vervorming?
Wat is eigenlijk de reden dat een preampbuis niet elke keer opnieuw gebiast moet worden en een eindbuis wel?
Favorieten/bladwijzers