De V is een G (G7).
Printable View
De V is een G (G7).
Hoi Jeroen, sorry, dit rijtje kan onmogelijk van mijn hand zijn :)
Wel kun je de functies zo zien:
I : tonica
II : subdominant
III : tonica of dominant
IV: subdominant
V: dominant
VI: subdominant of tonica
VII: dominant
IV-I noem je inderdaad een plagale cadens,
V-I een authentieke.
EDIT: Gesualdo en ik zijn 't blijkbaar eens, had zijn post nog niet gezien. Maar ik laat 't maar staan wegens het belang hiervan.
Dit was jouw rijtje:
in majeur is de 'wil tot oplossen' van de verschillende tonen als volgt: (->=wil oplossen naar):
2->1 en vice versa
3->4 en vice versa
6->5 en vice versa
7->1 en vice versa
Wat misschien wel handig is om te beseffen, is dat de oneven trappen eigenlijk 'sort of' dezelfde akkoorden zijn, zoals de even trappen dat ook zijn:
- I = iii = V = vii,
- ii = IV = vi
Een akkoord bestaat uit de noten 1, 3, 5, 7 (in het eerste octaaf), dus de trappen I, iii, V en vii hebben een grote overlap. En datzelfde geldt voor de even trappen.
Als je het rijtje van jeroen zo ziet, dan ziet het ernaar uit dat oplossen steeds gaat van een akkoord uit het ene rijtje (even dan wel oneven trappen) naar het andere rijtje (oneven dan wel even trappen).
aha, tonen, niet akkoorden/trappen. Oftewel melodisch ipv harmonisch.
Ik denk dat ik iets te kort door de bocht was daar, dat vice versa ding snap ik niet zo zonder context.
Maar wat ik zo te zien daar wilde zeggen is als je bijvoorbeeld een C akkoord (bestaande uit C E G) hebt en daarover een D (=2) speelt, wil die oplossen naar de grondtoon (1).
De 4 (F) naar de 3 (E). De 7 (B) naar de 1 (C). De A (=6) naar de G(=5). Bij een septiemakkoord (maj7 in dit geval) is de 7 een akkoordtoon geworden en ervaren we de dissonante 7 dus als 'consonant'. Dit laatste is een ontwikkeling, in vroegere muziek zul je de 7 altijd horen oplossen, in latere niet/minder vaak/wordt dat een keuze.
Dan. Als je de tonen verlaagt of verhoogt dmv kruis of mol (alteraties), zal die toon bij een kruis naar boven willen oplossen en bij een mol omlaag.
Dus #4(F#)->5 (G)
b7 (Bb) -> 6 (A) (dan is de 6 dus een akkoordtoon of je zult nog verder omlaag moeten naar de 5 (G)).
#1 (C#) -> 2 (D)
b2 (Db) -> 1 (C)
Dit is modaal gedacht (vanuit C), maar in toonsoorten kom je deze dingen vanzelf tegen.
Bijv. #4 op de IV (toon B tov F-akkoord is #4). (Romeinse cijfers: akkoorden, arabische cijfers: tonen)
Wanneer ervaar je een toon als akkoordtoon? als je er nadruk aan geeft: spelen op sterke maatdelen, lang aanhouden etc etc.
In snap niet zo goed hoe G7 'ongeveer' hetzelfde is als bijvoorbeeld C. Of hoe een Dm 'ongeveer' hetzelfde is als een Am. De opdeling in tonica, predominant en dominant die Jimi Hendrix en ik hanteren is wat gebruikelijker en zeker praktischer als je het hebt over functies.
Sluitend verhaal. Een mooi voorbeeld van de #4 die wil oplossen naar de 5 zie je in combinatie met de b6 die wil oplossen naar de 5, ofwel de gecombineerde harmonische functie van een 'augmented 6th' akkoord.
Gesualdo:
Wat ik bedoelde is dat akkoorden veelal zijn opgebouw uit de 1e, 3e, 5e en 7e toon van de desbetreffende ladder. Dus als je in de toonsoort C het Cmaj7-akk neemt:
- c - e - g - b (oftewel de 'I')
dan lijkt die erg sterk op het akkoord dat wordt opgebouwd vanaf de 3e (de e = Em):
- e - g - b
en als we daar een septiem op doen - de d - is Em7, dan hebben we:
- e - g - b - d
en die lijkt weer sterk op het G-akkoord (g - b - d), en overigens ook op Cmaj9.
En dat komt doordat we ervan uitgaan dat akkoorden bestaan uit de on-even tonen 1 - 3 - 5 - 7. De op basis van die on-even tonen gebouwde akkoorden, volgen deze regelmaat qua tonen.
Maar til er niet te zwaar aan. Het is een dingetje dat ik vaak hanteer.
Iets anders: Op de gitaar zal het bij gebrek aan een 7e snaar niet lukken (tenzij je Vai heet) maar in wezen kun je alle tonen van een ladder in een akkoord proppen: C13 = 1 - 3 - 5 - 7 - 9 - 11 - 13. De andere akkoorden uit die toonsoort zijn dan 'omkeringen' van dit akkoord.