Welkom op het GitaarNet.
  • De Blues deel III

     SOLO

    De Blues deel III

    In "De Blues" had ik het over de drie verschillende toonsoorten van de blues: drie maal een verschillende mixolydische ladder. In "De Blues(2)" ging het over de "mineurtruc". In dit stukje gaat het over het tegengestelde: de majeurtruc.

    Bij de mineurtruc ging ik uit van het bluesschema:

    C7 - F7 - C7 - G7 - F7 - C7.

    De truc zit 'm daarin dat we de parallelle akkoorden opzochten en vonden : Am, Dm en Em.

    De mineurtruc, nogmaals
    Nogmaals: de mineurtruc was de volgende:

    (E) 5-----x----x----8------------------------------(B) 5-----x----x----8------------------------------(G) 5-----x----7-----------------------------------(D) 5-----x----7-----------------------------------(A) 5-----x----7-----------------------------------(E) 5-----x----x----8------------------------------

    Dit is een normale C-penta waarin alle "gevaarlijke" maar daardoor juist "spannende" tonen worden weggelaten. Over C7 is immers de septiem Bes (de 6 op de hoge E-snaar) de leuke toon en die wordt weggelaten. Over F7 is de septiem Es (de 8 op de G-snaar) de leuke toon en ook die wordt weggelaten. Over G7 wordt de grote terts B (de 7 op de hoge E-snaar) weggelaten.

    De mineurtruc kan dus altijd maar is absoluut niet spannend. De zg. "bluenotes": de grote terts en de septiem ontbreken. Die ontbrekende noten zijn natuurlijk aan te vullen, maar als je dat doet ben je al snel bezig met het hanteren van mixolydische toonladders.

    De majeurtruc
    Weer uitgaande van een blues in C7, keren we de boel om. Eerst een tekening:

    (E) 8-----x----x----11--------------------------(B) 8-----x----x----11--------------------------(G) 8-----x----10-------------------------------(D) 8-----x----10-------------------------------(A) 8-----x----10-------------------------------(E) 8-----x----x----11--------------------------

    We gaan weer uit van parallellen. Deze keer zien we de C als een mineurakkoord, de parallel van Es-groot. De F is de mineurparallel van As-groot en de G is de mineurparallel van Bes-groot. En, dat past allemaal in een en dezelfde toonsoort: Es-groot.

    De truc zit 'm daarin dat we de akkoorden C7, F7 en G7 weliswaar als mineurakkoorden zien maar dat ze dat niet zijn. En dat heeft alles met de terts te maken.

    Per akkoord dat we langs horen komen moeten we dan ook een kleine ingreep verrichten:

    C7: probleem is de E (grote terts). In bovenstaande tekening spelen we een Es. Effe een halfje optrekken dus! Liefst niet helemaal want het moet wel wringen. Over C7 trekken we die 11 op de beide E-snaren een halfje op en de 8 op de G-snaar. De septiem (Bes) hebben we al te pakken (de 11 op de B-snaar en de 8 op de D-snaar).

    F7: de septiem (Es) hebben we al te pakken! Hier moeten we dan ook corrigeren op de terts (A). In bovenstaande tekening spelen we niet eens een kleine terts van F (de As). Als we F7 voorbij horen komen raken we dan ook flink aan het trekken aan de snaren. Die 10 op de A-snaar moeten we flink beroeren en die 8 op de B-snaar idemdito. Nogmaals: niet te netjes! Het moet wringen. Liefst net niet die grote terts halen.

    G7: om de grote terts van G te halen (de B) moeten we de 8 op de D-snaar en de 11 op de B-snaar optrekken. De septiem (F) hebben we al te pakken.

    Op het gehoor
    Het leuke van de majeurtruc is dat je op je gehoor moet spelen. Naar aanleiding van wat je hoort, grijp je in op je penta-toonladder. En juist de blues heeft veel tolerantie. Als je niet aan je snaren trekt maar gewoon sufwef bovenstaand figuurtje blijft spelen, is er niets aan de hand. Je doet gewoon of je maling hebt aan mineur/majeur en je laat het lekker wringen tussen grote en kleine terts.

    Netjes is het niet, maa... wie heeft ooit gezegd dat je over de blues netjes moet zijn?


    »» volgende les
Back to top