G-ionisch: Ik had ook voor D#-ionisch kunnen kiezen, of voor F#-ionisch als voorbeeld. Maar voor nu kies ik hier 'at random' even voor G.
Wat we hier te pakken hebben kun je als volgt benoemen:
- G-ionisch;
- G-do-re-mi;
- toonsoort-G.
Al deze 3 termen zijn inwisselbaar. Het betekent allemaal hetzelfde.
De meeste pop- en rockliedjes staan in één bepaalde toonsoort.
Binnen die toonsoort bestaan - naast de eerste, de ionische ladder - nog 6 andere toonladders.
Stel dat je in de toonsoort G op de a begint en naar de octaaf-a toespeelt: Dat is een toonladder van a tot en met a, en wel binnen de toonsoort G.
Kijk maar naar het schema. De toonladder van a binnen de toonsoort G is:
Maar wat zijn de intervallen daarvan?
Wel, kijk maar naar het schema binnen de toonsoort G-ionisch. tussen de a en de b zit een hele interval. Tussen de b en de c een halve. De intervallen van de a-ladder in G-ionisch zijn kennelijk: 1 ½ 1 1 1 ½ 1 (terwijl die van G-ionisch zijn: 1 1 ½ 1 1 1 ½.
Dus die a-ladder kan geen ionische ladder zijn! Kijk maar naar het schema in de toonsoort A: die toonsoort heeft een c#! Er is hier dus iets anders aan de hand.
Wij noemen deze a-ladder in de toonsoort G een dorische ladder (ook weer vernoemd naar de oud-Griekse bouwkunst). Dorisch betekent dat de tweede toon wordt gehanteerd als uitgangspunt, en wel in de ladder van toonsoort G / G-ionisch.
Ik ga je nu weer een schema geven, maar dan binnen de toonsoort G-ionisch.
Je ziet hier dat je binnen de toonsoort G(-ionisch) 6 andere toonladders kan maken door telkens op een andere toon uit de g-ladder een volgende toon te pakken en daarvan uit een octaaf (of rondje) te spelen.
Ik heb hierbij Romeinse cijfers gebruikt. Niet voor niets, want je zal merken dat musici spreken in termen als "trappen": eerste trap-G, tweede trap-G etc.). In plaats van over trappen, kun je echter ook spreken over kerktoonladders. En al die 7 kerktoonladders (trappen: tot en met Trap VII) hebben een naam, en wel de volgende:
Trap Iionisch (dat wist je al)
Trap IIdorisch
Trap IIIfrygisch
Trap IVlydisch
Trap Vmixolydisch
Trap VIeolisch
Trap VIIlokrisch
Die rare namen komen voornamelijk uit de oud-Griekse bouwkunst. Denk daar verder niet over na.
Wat je ziet is dat elke trap andere intervallen kent. Ik geef die hier weer:
Trap Iionisch - 1 1 ½ 1 1 1 ½
Trap IIdorisch - 1 ½ 1 1 1 ½ 1
Trap IIIfrygisch -½ 1 1 1 ½ 1 1
Trap IVlydisch - 1 1 1 ½ 1 1 ½
Trap Vmixolydisch - 1 1 ½ 1 1 ½ 1
Trap VIeolisch - 1 ½ 1 1 ½ 1 1
Trap VIIlokrisch - ½ 1 1 ½ 1 1 1
Onthoud
- een ionische ladder in welke toon dan ook staat voor een toonsoort;
- veel liedjes staan slechts in één toonsoort;
- een toonsoort kent 7 verschillende trappen (vanaf iedere toon binnen de toonsoort kan een ladder worden gemaakt);
- elk van die ladders heeft een naam: Trap X of een oud-Griekse naam;
- elk van die ladders kent een verschillende intervallenreeks.
Conclusie
Je hebt nu 12 ionische ladders leren kennen. Binnen elk van die ionische ladders kunnen 7 verschillende ladders binnen de toonsoort worden gemaakt. Er zijn dus 7 x 12 = 84 kerktoonladders.
»» volgende les