Welkom op het GitaarNet.
  • Interview Ritch van Gessel

     MEESTERBOUWERS

    Ritch van Gessel

    Ritch van Gessel is alweer zo'n 10 jaar de gitaardokter van Musicstore The String in Amsterdam. Behalve customizen is het bouwen en ontwerpen van gitaren zijn grote passie. Ritch' expertise ligt vnl. op het gebied van jazz/swing-en rockabilly gitaren, hij is een bouwer met een visie. Maar ook voor een contrabas of een akoestische gitaar ben voor het afstellen bij Ritch aan het juiste adres. Zelf een begenadigd gitarist (frontman van de jumpblues band The Blue Moon Special), vertelt hij GitaarNet hoe eigenlijk alles begon bij de Gretsch van Eddie Cochran en mochten wij een kijkje nemen in zijn keuken.

    Hoe is het nu allemaal begonnen?
    Met Eddie Cochran! Of bedoel je mijn passie voor gitaarbouw? - precies: bij Eddie Cochran. Ik werd (en ben nog steeds) gegrepen door zijn gitaar. En niet alleen door zijn sublieme geluid! Wellicht niet een authentiek Gretsch-geluid, al vraag ik me sterk af of iemand dat precies kan definiëren, maar het geluid dat mij aansprak en dat ik heb kunnen nabootsen met mijn eerste gebouwde gitaar. Veel tijd heb ik gestoken in het beluisteren van oude opnames van Cochran, maar ik ben overtuigd dat geen enkele gitaar qua geluid dichter in zijn buurt dan de mijne. Het begon dus met zijn '55 6120 Gretsch, alle modificaties zijn nagebouwd: blokinleg, steershead, Bigsby brug en arm en de Gibson P-90 pickup, transparante slagplaat en logo. Cochran kun je zien als één van de eerste 'rockers' - zijn gitaar als mijn eerste Richmond bouwproject.


    Vertel eens wat meer...
    Alles wat van hout of kunstof is, heb ik zelf gemaakt. Wat betreft de hardware ben je echter afhankelijk. De meeste Gretsch experts gaan voor schut en denken dat deze origineel is! Ik gaf mezelf als opdracht om deze 50-er jaren Gretsch tot in de kleinste detail na te bouwen. Ik treed er ook mee op. Eigenlijk bouw ik gitaren waarop ik zelf graag zou willen spelen. Als iemand anders ze vervolgens wil kopen, is dat natuurlijk mooi meegenomen. Met deze Gretsch is het allemaal begonnen: begin van het rock-'n roll era en het begin van mijn bouwcarrière.


    Wat maakt deze gitaar dat hij zo klinkt?
    De vorm! Ik ben ervan overtuigd dat ook de vorm bijdraagt tot het geluid. Natuurlijk in combinatie met pickups, hardware, houtsoorten ed. De vorm van de gitaar wordt onderschat, maar als je een specifiek gitaar geluid zoekt, of een gitaar geluid wil nabouwen, is de vorm alles bepalend. Als je een gitaar wilt nabouwen die diè specifieke klank heeft, moet je van de vorm uitgaan. Met kleinere F-gaten en zonder cutaway klinkt-ie niet zoals-ie moet klinken...

    En de snaren en lijm?
    Lijm en aanverwante zaken zijn zoveel mogelijk authentiek. Snaren vind ik eigenlijk, hoe gek het ook klinkt, min of meer van ondergeschikt belang. We weten wel wat voor snaren Cochran gebruikte. Het maakt wel uit, maar het is net het puntje op de i, en meer niet.

    Mooi verhaal. Deze beauty is in aanbouw?
    Ja - het is een mengvorm hollowbody. Met mengvorm bedoel ik dat het wat heeft van een Django model - dus europese invloeden. De arching duidt echter op een amerikaanse trend. Deze gitaar heeft 1 bass bar (verplaatst het geluid) en een zo dun mogelijke top. Het bovenblad kan dus behoorlijk trillen. Aan de zijkanten is de top wat dikker. Dit genereert een behoorlijk volume. En dat hadden de oude orkest archtops wel nodig!


    En de hals?
    Maple neck, rosewood toets, ouderwetse sleufverbinding. Je zou 'm eigenlijk zonder lijm in elkaar moeten kunnen zetten. Daarbij is de constructie van belang: de kracht van de snaren, zou de hals immers los kunnen trekken! De bouw moet zò zijn, dat de neck door de snaarkracht naar beneden wordt gedrukt en gaan kant meer op kan. Lijmen is niet een noodzaak (wel handig natuurlijk). Je kunt ook nog kiezen voor een zwaluwstaart verbinding. Overigens wordt deze gitaar gebouwd in de geest van Frixo Statoupopoulos, één van de voormannen van de vroegere Epiphones.


    Bijzonder klankgat.
    Ja - het wordt een leuke mengvorm tussen een Django-bak en een amerikaanse jazzer. Een bijzondere Richmond!

    Op dat moment komt de bassist van The Blue Moon Boys binnen lopen (bekend van oa. het Oerol festival op Terschelling). Hij vertelt ons zeer tevreden te zijn met de bas die Ritch voor hem heeft gebouwd. 'Een prachtig geluid en klinkt zeer evenwichtig', vertelt de bassist. Door de juiste verhouding van ebben en mahonie houtsoorten is het een solide en prachtig klinkende bas geworden. 'Zegt het voort!' - roept hij enthousiast in onze richting.

    Wat vind je van de relic-hype van tegenwoordig?
    Tja, ik word ook wel eens gevraagd een gitaar te reliccen tegenwoordig. Al vind ik de vintage-hype van tegenwoordig erg overtrokken. Je kunt een perfecte gitaar laten bouwen door een bouwer voor veel minder geld. Aan de andere kant, een Strat van voor '65 klinkt meestal geweldig. Fender kocht destijds een hele lading hout, dat al 50 jaar had liggen drogen. Ze zijn vederlicht en kurkdroog en klinken als geen ander. En tja, de Strat is toch wel de meest legendarische gitaar. Hoewel ik persoonlijk de Telecaster leuker vind en beschouw als de oergitaar bij uitstek. het is precies wat een elektrische gitaar moet zijn: een plank, 2 elementen, halsje erop - schroeven erin, schoonheid door eenvoud. De Strat is eigenlijk de laatste evolutie in de geschiedeinis van de elektrische gitaar geweest, daarna is er nooit meer zoiets revolutionairs geweest, ondanks experimenten met carbon fiber etc.

    Door welke nederlandse gitaristen wordt je tegenwoordig nog gegrepen?
    Allereerst wil ik contrabassist Peter Wassenaar noemen. Geweldige bassist en ik durf te zeggen de beste bassist van Nederland. Wordt ook wel Peter Bassenaar genoemd. Van hem heb ik geleerd dat, als je blessures wilt voorkomen, je je arm recht op de hals van de contrabas moet houden. Dat schijnt de doorbloeding te bevorderen. De kam moet zich op ooghoogte bevinden en natuurlijk moet je je bas goed hebben afgesteld: actie, snaren etc. Alhoewel, onder de snaren van Wassenaar's bas kun je gerust je hele hand kwijt, zo hoog is de actie. De man moet enorm sterk zijn!

    Hij speelt toch samen met Arthur Ebeling?
    Precies! Zonder te overdrijven de beste gitarist van Nederland. Onnavolgbaar en geniaal wat deze man doet. Geweldige virtuoze stijl. Hij is overigens weg van ijn Cochran Gretsch. Verder wil ik nog Evert Willemsteijn noemen, een geweldige swing bassist. Wellicht geen bekende namen, maar het zijn dan ook muzikanten voor muzikanten. De echte kenners kennen ze!

    Je lijkt vooral geïnspireerd te zijn door de oude jazz-swing en rockabilly artiesten. Heeft dat mede je visie op het bouwen gevormd?
    Zeker. Mijn aandachtsgebied ligt vnl. op authentieke archtops. Eenheid in vorm en geluid. Een jazzgitaar moet als een jazzgitaar klinken. Mooi voorbeeld zijn de legendarisch d'Angelico gitaren: harmonieus en echt. Het zijn echte instrumenten. Vergeet ook de oudere Epiphones niet: uitstekende gitaren met een uniek gitaar. Ze waren destijds concurrent van Gibson en hadden als slogan: Whengood enough just won't do... een hilarisch knipoogje naar Gibson die adverteerder met: Only a gibson is good enough. Tenslotte wil ik je graag deze Richmond laten zien: een gelamineerde gitaar, meteen bird's eye maple top (niet solid). Het is meer een gibson-achtige dan eenepiphone-achtige, in dertiger jaren stijl.


    LINKS




Back to top