Beste klushelden,

Ergens rond 2010 heb ik voor een vriend een goedkope Chinese 40 Watt Fender kloon onder handen genomen. Het originele circuit had een vrij slecht ontworpen voorversterker waardoor de amp vrij futloos klonk. Een soort Bassman 5F6-A met reverb. Bovendien had de amp 2 slechte 10 inch speakers. Ik was nog niet zo ervaren met amps modden voor anderen, dus ik heb er een JCM800 kloon van gemaakt i.p.v. een Deluxe Reverb, wat hij eigenlijk had moeten hebben. De amp scheurde fantastisch en ging loeihard. Hij heeft de amp later aan me verkocht. Hij was eigenlijk onbruikbaar omdat het circuit te instabiel (oscillatie) was en de speakers te slecht. Daarom heb ik de amp gesloopt voor onderdelen.

Al tijden wil ik de trafo's gebruiken om een kleine 'lunchbox' 50 Watt versterker te maken. Nu komt het er eindelijk van. Ik heb de trafo's doorgemeten.

De HT is prima gedimensioneerd en heeft een vrij klein laminaat (EI-86) dat hoog is gestapeld. Daardoor heeft hij een kleine voet en is ie dus perfect voor dit project. In rust zal de B+ 470 Volt zijn en bij volledige uitsturing 425 Volt. Er zit een 60 VAC wikkeling op voor de bias.

De UGT Heeft een Ra-a van 3k5 en aftakkingen voor 8 en 4 ohm. De wikkelingen zijn helaas niet gelaagd en de laminaatplaatjes zijn 0.5 mm dik dus de bandbreedte zal niet geweldig zijn. Gelukkig maakt dat niet echt uit, aangezien ik maar 7 kHz aan bandbreedte nodig heb en geen NFB gebruik. Misschien leuk om binnenkort op de universiteit eens aan de bandbreedte en kernverliezen te meten. Dan kan ik ook een compensatie R en C tussen de anodes bepalen. De hoeveelheid ijzer lijkt nét genoeg. Uit de simulatie komt 6,2% vervorming en 6,9% verlies op de lage E (82,4 Hz) bij 50 Watt werkelijk uitgangsvermogen, bronweerstand 30kOhm. Dat wordt niet bassen dus.

Hoe ik hieraan kom zonder knappe apparatuur: Ik heb in de simulator gangbare waarden ingevoerd voor de eigenschappen van het ijzer. De afmetingen van de kern heb ik ook ingevoerd. Daarna heb ik de kern een beetje laten verzadigen door de primaire aan de 230 VAC te hangen. (Wel eerst getest of ie dat uberhaupt kon hebben.) De golfvorm van de stroom heb ik op de scoop gezet. Die vervormde sinus heb ik nagemaakt in de simulatie door de spelen met het aantal wikkelingen en de lineaire verliezen. Zo kwam ik uit op 700 wikkelingen en een parallelweerstand van 50k voor de verliezen. Daarmee ging ik dan verder simuleren.

Het circuit is afgeleid van de Marshall 50W Plexi 1987 versterker. Als choke heb ik de Hammond 154G, die past in de behuizing. De fasedraaier is aangepast met een 12AT7 met 47k anodeweerstanden. Door het halveren van de anodeweerstanden van 100k naar 47k kon ik de G1 weerstanden van de eindbuizen ook halveren naar 100k. Dit komt de stabiliteit van de eindstrap ten goede. Ook zit er aan de G1's een 500p cap. Dit is een hoog-af filter met een kantelfrequentie van 15kHz. De voorversterker wordt opgebouwd met LND150 mosfets. Die voed ik met een gereguleerde 200 Volt. Bij de tonestack heb ik de baspotmeter weggehaald. De tonestack krijgt een Fender-schakelaar waarmee je laagmid kunt weghalen. Met die schakelaar wordt de condensator naar de mid potmeter verdubbeld. De twee ingangstrappen met volumeknop vervang ik door een opamp booster met laag-af filter van 12dB/oct. Het filter heeft een instelbare kantelfrequentie van 47 tot 1k4 Hz. Dit is de basknop. De opamp wordt met plus en min 15V gevoed door een extra trafo. Het buizengedeelte krijgt een instelbare voedingsspanning om op laag volume te kunnen scheuren.

Schema: er ontbreekt: variabele voedingsspanning voor de buizen, opamp booster met 'bass cut', preamp voeding.

Booster schema: