Oorspronkelijk geplaatst door
Plant
Bij een platenspeler kan dat zeker als je spreekt over een MM-element. Die dien je af te sluiten met een gespecificeerde impedantie (meestal standaard 47kΩ) en een aanbevolen afsluitcapaciteit.
Veel platenspeler ingangen op versterkers hebben standaard 100pF intern als capaciteit, maar de kabelcapaciteit tussen platenspeler en versterker staat daaraan parallel en doet ook zeker mee. Vaak wordt die gemakshalve vergeten en al helemaal zelden wordt die bij een vaste kabel gespecificeerd.
Ik heb ooit een Thorens gehad waarbij de kabelcapaciteit was gespecificeerd, die was geloof ik 65pF. Als de ingang dan ook nog 100pF heeft is het totaal over het element 165pF.
Overigens wordt die capaciteit daar juist gebruikt om er hoog bij te krijgen, het element is alleen een spoel en daar staat dan een capaciteit overheen en dat vormt een resonantiekring.
Hier een beeld van wat er met de frequency response kan gebeuren met afsluitimpedantie en capaciteit:
De reden dat bij gitaren hoog verdwijnt is de potmeters. Die zorgen voor een hoge uitgangsimpedantie en i.c.m. (kabel)capaciteit filter je hoge tonen weg. Zonder potmeters tussen element en kabel zou je iets vergelijkbaars als in het plaatje kunnen doen met je gitaar.
Bij een cassettedeck of andere lijnbron zit er intern alweer aktieve elektronica voor de uitgang met lage uitgangsimpedantie en dan heeft de kabel al weer veel minder invloed.
Favorieten/bladwijzers