Ik loop al een hele tijd met een idee in mijn hoofd: een akoestische gitaar met een kleine gesloten metalen klankkast (koekblik was een fantastische inspiratie!) die aangesloten is op een buis, lang genoeg om een volledige golflengte van de laagste gitaartoon te bevatten, en die uitmondt in een exponentiële hoorn. Een beetje 'n combinatie van een resonator en een oude mechanische grammofoonspeler (met zo'n toeter erop).
De exponentiële hoorn is nog even een utopie; voorlopig doe ik het met een een kegelvormig metalen lampenkapje. De pijp wordt van plastic elektricteitsbuis en de klankkast van koekblik. De hals is van mijn oude (nog altijd helaas, helaas, helaas) gesloopte Höfner. De rest zie ik nog wel.
Het hele zooitje moet op de een of andere manier aan een frame gemonteerd worden en min of meer de vorm van een gitaar krijgen.
Instrumentbouwtechnisch zit ik me op het ogenblik mn. één ding af te vragen:
Strijkinstrumenten hebben altijd een geklemd stuk hout tussen voor- en achterblad; schijnt essentieel te zijn voor een goede klank. Bij gitaren heb ik zoiets nog nooit gezien.
Mijn koekblikklankkast wil ik zo monteren dat de onderkant volledig vrij kan trillen; op de bovenkant rust uiteraarde de kam. In de zijkant maak ik de verbinding naar de pijp (die wordt ruim 4 meter lang).
Zou het bij een dergelijke constructie nu wel of niet zinvol zijn om zo'n 'stapel' te proberen?
Geen idee of dit een snel of langzaam project wordt. De hals heeft iig behoorlijk wat restauratie nodig. En ik zal weer een brug moeten maken. Maar over het uiterlijk hoef ik me niet in traditionele zin druk te maken. Dit mag best een postnucleaire akoestische gitaar worden
Favorieten/bladwijzers