Ik neem aan dat je bedoelt: d e f g a b c
Dat is wat ze noemen dorisch mineur (2e modus van C majeur)
Dus de bijbehorende akkoorden zijn dan: Dm Em F G Am Bdim C
Is dat wat je bedoelt?
Printable View
Ik neem aan dat je bedoelt: d e f g a b c
Dat is wat ze noemen dorisch mineur (2e modus van C majeur)
Dus de bijbehorende akkoorden zijn dan: Dm Em F G Am Bdim C
Is dat wat je bedoelt?
f*ck, foutje gemaakt, meende te zien dat die open snaren er ook in zaten:chicken:
ik bedoel dus deze (op een in B gestemde 7 snaar):
--------------------------------------|
--------------------------------------|
--------------------------------------|
--------------------------------------|
--------------------------------------|
--6--5--3-----5--3--------3-----------|
-----------6--------6--5-----6--5--3--|
ik wilde er graag een tweestemmige toonladder van maken
Schrijf de tonen eens uit...
dat wordt dan: C, A#, A, G, A#, A, G, F, A, G, F, E, G, F, E, D
in volgorde: D, E, F, G, A, A#, C
Lijkt mij dat je nog maar eens verder moet studeren.
Lees mijn lessen eens door, vooral het gedeelte over intervallen en progressies.
A is de vijfde noot van de ladder. Als er dus een A# in zit, betekent dat dat de vijfde trap van de ladder verhoogd is. En dat is gek als de gewone, niet verhoogde A er ook in zit. De noot in kwestie is dan ook de zesde trap. Daarom noemen we hem in zo'n geval Bb.Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door the_arod
Dat is waarom ik suggereerde eerst nog iets verder te studeren.
Voor je met harmonieleer begint, is het handig als je een stevige basis hebt.
je kan vanalles doen joch, je kan octaveren(simpelste) je kan in de kwint gaan spelen, als jij C neemt kan de andere G nemen, of E of Eb, of F, of A.. je kan t ook mixen(op de kwint van C naar de terts van D en E octaveren), doen wringen, en weer mee met de ander spelen...
te zien wat sfeer je wil, wat jullie mooi vinden.
Je kan zoveel:)
Klopt, maar sommige dingen hoor je meer dan anderen. De tweede stem een terts boven de eerste is bijvoorbeeld redelijk standaard.
Ik zou het artikel eerlijk gezegd niet laten staan want er staan teveel fouten in.
Laten we eens kijken naar de sterkste interval: de kwint of ook wel de dominant.
De kwint is niet gelijk aan een dominant. Een kwint is een interval (bv tussen tonica en dominant maar ook tussen andere toonladdereigen tonen.
Een kwint is ook zeker niet het sterktste interval. Een sterk interval is kleurbepalend en dan komt de terts eerder om de hoek zetten, immers, majeur of mineur wordt bepaald door een kleine of grote terts op de tonica. Bij het toepassen van het V7 akkoord (dominant septiem) wordt de kwint juist als eerste weggelaten omdat deze niet klankbepalend is.
De B is de dominant, oftewel de 5e toon van de toonladder, de reine of zuivere kwint.
Spreek bij voorkeur over een reine kwint. De dominant staat ook niet gelijk aan een kwint zoals in de tekst het geval lijkt te zijn. Het interval tussen E en B is een reine kwint (maar zo ook tussen F# en C# in dezelfde toonladder van E majeur)
onvolkomen consonant, maar ik weet niet precies waarom, misschien kan iemand anders dat uitleggen.
Er is een verschil tussen harmonisch en melodisch consonant. Een reine kwint is gewoon consonant en niet onvolkomen consonant. Een verminderde of overmatige kwint is altijd dissonant.
Een korte samenvatting:
E = grondtoon / tonica
B = reine of zuivere kwint / dominant (5)
Bes = verminderde kwint (diminished / b5 / -5)
C = overmatige kwint (augmented / #5 / +5)
De overmatige kwint van E is B# en niet C ook al zijn deze enharmonisch gelijk (klinken hetzelfde). Je kunt dit ook aan je formule zien (E = 1, F# = 2, G# = 3 .. B = 5 oftwel B# = 5#) maar die formules zijn bij harmonieleer niet toepasbaar.
Let wel, de grondtoon kan ook een andere toon dan E zijn, ik heb de E hier slechts als voorbeeld gebruikt. De B is ten opzichte van de E de dominant. De interval (afstand) tussen E en B is een zuivere kwint.
Ik zou eerder zeggen dat het ook elke andere majeur of mineur toonladder kan zijn. Harmonieleer voer je uit op basis van een toonladder en je hebt de E majeur ladder gebruikt. Je ontkomt in dit artikel ook niet aan het noemen van de volledige majeur toonladder van E.
De mediant, oftewel de terts (de 3e toon uit de toonladder), kent twee vormen: de kleine (G) en de grote terts (Gis)
Een korte samenvatting:
E = grondtoon / tonica
G = kleine terts (b3)
Gis = grote terts (3)
A = reine of zuivere kwart (4)
.
Dit klopt niet. De (kleine of grote) terts vanaf de tonica in een toonladder bepaalt de staat van de toonladder. Een grote terts (E-G#) geeft aan dat het majeur is, een kleine terts (E-G) duidt op mineur. De mediant kent twee vormen, een ondermediant (trap VI) en een bovenmediant (trap V) en heeft weer te maken met echte harmonieleer.
Waar het voor mij om gaat is dat je weet hoe de interval heet (terts, kwart, kwint, enz) en wat hun functie is (mediant, onderdominant, dominant, enz)
En daar is de essentie van de fout in dit artikel het beste uitgelegd.. intervallen hebben geen functies als dominant etc. de samenklank van twee of meer tonen heeft een functie. In de toonladder van E is het interval van een reine kwart te vinden in de tonica (I) E-G# maar ook in de dominant (V) B - F#.
Ik snap wat de schrijver heeft willen duidelijk maken maar er wordt een verkeerd verband gelegd tussen intervallen en de functie van samenklanken. Wil je echt harmonieleer volgen dan is de kennismakingscursus van de Schumann Akademie heel interessant (of gewoon voltijds conservatorium). Hennie Schouten heeft er ook een leuk boek over geschreven (Getiteld `Harmonieleer'... verrassend!) maar dat gaat meteen heel diep.
Een voorproefje in vogelvlucht..
Neem de majeurtoonladder van C = C D E F G A B C
bouw op elke akkoord de drieklanken uit de laddereigen tonen
(I) C E G
(II) D F A
(III) E G B
(IV) F A C
(V) G B D
(VI) A C E
(VII) B D F
De tonica (I) is de thuiskomst, de subdominant (IV) leidt weg van de tonica en dwingt richting de dominant (V) die weer naar de tonica leidt. Dit is een heel veel voorkomende oplossing I - IV - V - I en je kunt heel veel stukken herleiden naar deze oplossing. Luister je ooit wel een naar Mozart? Geheid dat het einde van een symfonie van zijn hand in I-(IV)-V-I eindigt. Gelukkig zijn hierop de nodige variaties te vinden door bv. subsitutie (eerste omkering van II ipv IV of V7 ipv V etc.) waardoor je als componist veel ruimte hebt om het in te vullen.
Harmonieleer is echt een heel leuk vak en stelt je in staat om complexe partituren te herleiden tot eenvoudige drie- of vierklanken waarmee je het hele stuk kunt samenvatten. Het stelt je ook in staat om te leren componeren zonder dat je de basisfouten maakt (verkeerde verdubbelingen etc. etc.). Ben je in staat om dit te volgen dan moet je het zondermeer doen!
Nog even een leuk voorbeeld uit de praktijk.
http://www.youtube.com/watch?v=jax_BuzFbKA
Dit is van Schumann en het stuk eindigt in de dominant-septiem (V7). Je kan dit eigenlijk heel makkelijk horen want het stuk lijkt niet af te zijn! Er moet nog een akkoord (de tonica I) op deze trap volgen maar Schumann heeft dat expres niet gedaan en laat de luisteraar `gespannen' achter.
Een ander prachtig voorbeeld is hier te vinden
http://www.youtube.com/watch?v=UMImt32j3RQ
(weetje.. de zanger is een countertenor... een man!)
Je hoort eerst de tonica (thuis) en als de strijkers twee keer hun melodie hebben gespeeld (halverwege maat 3 voor de notenlezers onder ons of 0:22 voor de luisteraars) komt de dominant om de hoek (V) die halverwege maat 5 (of 0:34) weer oplost in de tonica.
Luister er een paar keer naar en je hoort de onmiskenbare klankovergang tussen tonica en dominant. Zo kun je dat uitbreiden met de subdominant en de substituten en het luisteren wordt nog veel leuker :-)
Voor de notenlezers, zie ook in de bladmuziek van het vorige voorbeeld..
Toonsoort, twee mollen maar G in de bas dus g (oftewel G-klein / G-mineur)
De basis wordt overduidelijk gevormd door de G (die in verschillende octaven voorkomt) en in de melodie verrijkt tot het gehele G akkoord op de sterke maten
Halverwege maat 3 is de overheersende toon de D (grondtoon van de dominant!) en de melodie bestaat op de sterke maatdelen uit de dominant.
Leuk vak :-)
Cheers,
Rob