Citaat:
"De opvattingen over consonantie en dissonantie verschuiven enigszins gedurende de westerse muziekgeschiedenis. Maar in heel grote lijnen valt een emancipatie van de dissonant waar te nemen."
"Aan het einde van de Honderdjarige Oorlog (rond 1450) (renaissance) beginnen tertsen en sexten ook op het continent als samenklank gewaardeerd te worden."
"Later in de muziekgeschiedenis echter wordt de kwart vanwege harmonische redenen dissonant, (doorgangsdissonant tussen terts en kwint). Nog weer later worden ook septiemen niet meer als dissonant ervaren."
"Als algemene overeenkomst van deze verschillende genre die ontstonen in de Klassieke muziek uit de 20e eeuw is het toenemende gebruik van dissonantie in de compositie. Om deze reden wordt de 20e eeuw soms ook wel de dissonante periode genoemd. De ontwikkeling van de experimentele en alternatieve muziek volgt diezelfde tendens."
Het zal mij dus een worst wezen welke combinaties in oude boeken bekend staan als dissonant. Maar consonantie en dissonantie zijn gevoelsmatig wel degelijk belangrijk in mijn (solo) spel. Ik baseer mijn gevoel van consonant/dissonant echter meer op muziek die ik hoor. Als ik een solo speel, probeer ik niet teveel na te denken, maar vooral bewust luisteren. Dit laatste hou ik meestal niet erg lang vol, waarop ik snel verval in aangeleerde loopjes en grepen in een of andere passende toonsoort.