En een impressie van hoe een dergelijke rozet er uit zal komen te zien. Hier in het bovenblad van een klavecimbel.
Maar goed, we dwalen weer eens af.
Vandaag heb ik me op school bezig gehouden met de bebalking van het bovenblad. Hierbij heb ik een klein voordeeltje.
Bij het nabouwen van een bestaand instrument wordt je altijd geacht vast te houden aan het bebalkingspatroon van de bouwer. Helaas zijn dit niet altijd de beste patronen. Er werd veel geëxperimenteerd (de gitaar was tenslotte nog niet uitontwikkeld). Als je echter afwijkt van het bestaande patroon van de gitaar wordt dit je niet altijd in dank afgenomen. "Het is niet zoals de gitaar oorspronkelijk bedoeld was." Is een veelgehoorde dooddoener.
Bij deze gitaar heb ik echter de unieke kans m'n eigen goesting te doen. Waarom dan? Tot op heden is het enige wat we van deze gitaar hebben een schilderij. En op een schilderij kun je niet zien wat er onder het bovenblad ligt. :p
Voor het ontwerpen van de bebalking van deze gitaar ben ik plannen en rontgenfoto's van barokgitaren en snaarinstrumenten uit en voor deze periode gaan bestuderen.
Bij klassieke gitaren wordt de gitaar ontworpen met behulp van verhoudingen. Op de barokgitaar bleek dit ook van toepassing
De balken bleken bij vrijwel alle gitaren op 1/2e 1/5e en 1/8e van de lengte van de klankkast te liggen. Verder vinden we ook regelmatig een 4e balk die op 1/3e ligt.
Met dit gegeven ben ik aan het tekenen geslagen. Eerst was ik van plan een simpele bebalking te houden van 3 recht geplaatste balken. Maar de gitaren met deze bebalking die ik gehoord had (Voboam) waren in klank niet fantastisch.
Betere resultaten kwamen van de gitaren van de legendarische vioolbouwer Antonio Stradivari. In plaats van recht zette Stradivari de balken van zijn gitaren onder een hoek van 10 graden. Hierdoor krijgt de baskant meer ruimte en wordt de diskant strakker gehouden.