Citaat:
Het is eigenlijk meer het grootste gemene deler principe inplaats van het principe van het kijken vanuit een bepaalde tonica...
dat denk ik ook.
je ziet iedere majeurtrap los, zonder functionele context.
Citaat:
Je kan inderdaad ook alles vanuit de tonica bekijken en dat is eigenlijk een nog modalere manier van kijken, want dan zie en hoor je bij Bb majeur: C mixolydisch, bij Ab majeur: C eolisch en bij Db majeur: C phrygisch...
nee hoor, dat is juist in functionele harmonie denken. Alle trappen hebben hun functie in relatie tot de tonica. let wel, voornamelijk vanuit de akkoorden. dus b6 en b3 zijn moll-dur, b2 is een napels sext akkoord of zwaardere moll-dur (phrygisch), b7 komt meestal voor als dominant en is ook moll-dur (IVmi in andere ligging). deze gedachte is tegengesteld aan modaliteit.
Citaat:
Op welke manier je er ook naar kijkt, het maakt niet uit, want omdat je op het eigenlijke gespeelde akkoord een lydische trap speelt heb je geen avoid noten, dus kan je alle noten spelen en dat hoor je ook...
het maakt wel uit voor hoe je klinkt. je denkt toch heel erg in welke noten goed zijn in een reeks. daar gaat het niet om (laat ik toevoegen: voor mij). het belangrijkste is de functie te begrijpen, dan speel je heel anders. De juiste reeksen ontstaan dan vanzelf zonder dat je denkt in die reeksen.
Citaat:
als we verschillende majeur akkoorden achter elkaar gaan plakken die allen uit een andere toonsoort afkomstig zijn, dan zou ik het eerder per akkoordgrondtoon analyseren...
als ze ongerelateerd zijn zou ik dat ook doen ja; dat zou een modaal stuk zijn.
je kunt de Shorter/Miles stukken uit de jaren 60 ook op een bepaalde manier modaal noemen en dit als uitgangspunt nemen.
ter afsluiting voor mij: waar het om gaat is hoe je klinkt. dus als jij goed klinkt
met de wijze waarop jij tegen harmonie aankijkt dan werkt dat voor jou.
en is het dus goed. succes met spel en studie! :)
groeten
trifonius