Welkom op het GitaarNet.
  • 4 Elementen uitzoeken -deel 3

    Het wordt tijd om maar eens concreet te worden en de sound van een gitaarelement uit te pluizen.

    Een gitaarelement is zoals gezegd een bobbin, waarin of waaronder een magneet met eromheen geisoleerd wikkeldraad. Een humbucker bestaat uit twee van die elementen, meestal in serie bedraad.

    Naar onze mening zijn er vier factoren het meest bepalend voor de manier waarop een element het geluid van de gitaar vertaalt naar een versterker: de magneet, de spoel, de vorm van het element en de manier van wikkelen.

    1 - De Magneet.

    Vaak zit er in een element (strat, tele, gibson) een AlNiCo magneet, en vaak is dat Alnico-5. De 5 staat voor een bepaalde receptuur van de ingredienten. Je hebt ook 2, 3 4 en zelfs nog 8. Er is ook keramisch 8 trouwens. Alnico 5 en 2 en keramische magneten worden het meest gebruikt,. Alnico 4 wordt wel eens in PAF-replica's gebruikt. Tegenwoordig wordt ook nog het relatief nieuwe Neodynium gebruikt.

    De beinvloeding van de klank van de pickup door de magneten bij benadering:

    Alnico 5 - Krachtig. Sterke magnetische kracht. Redelijk veel hoog, strak laag. Dynamisch. Ervaart men vaak als 'Vintage-geluid'.

    Alnico 2 - Warm, ronder. Meer mid, maar minder strak laag, en ook minder hoog. Minder krachtig omdat de magnetische output lager is. Wel een vol geluid, maar dus minder output. Je versterker zal meer moeten doen.

    Keramisch - Heel direct, meer hoog nog dan alnico 5 maar vooral met  meer midhoog. Klinkt minder dynamisch maar met meer compressie. Modern geluid, klinkt wat 'harder', agressiever dan alnico5. Heeft meestal wat minder magnetische kracht dan alnico5.

    Alnico 4 zit tussen 5 en 2 in, en wil je nog harder dan kan je nog naar keramisch '8' - over the top magnetisme, wordt afgeraden voor mensen met een pacemaker. Dan is er nog alnico 3, en dat wordt niet veel toegepast. Neodynium wordt de laatste tijd veel gebruikt in speakers omdat het krachtig is en veel minder weegt. Tegenwoordig zie je elementen er ook mee uitgerust worden, en die hebben een klank die we het beste kunnen omschrijven als "meer dan keramisch".

    Ook van belang:

    -  Elementwikkelaars kunnen leuke dingen doen met het magnetisme van alnico-magneten. Je kan bijvoorbeeld alnico5 goed gedeeltelijk demagnetiseren ("degaussen") om minder output te krijgen. Je kunt dus het geluid ook navenant veranderen.                                

     - Leg je gitaar met alnicomagneten niet op of voor je versterker als je je sound wil behouden. Je dure pickup wordt door de magneten van je versterker en je speakers elke keer een klein beetje gedemagnetiseerd. Keramische magneten hebben daar geen last van. Keramische magneten kunnen niet tegen een heftige klap, dan verliezen ze hun magnetisme.

    2 -De Spoel.

    De spoel wordt gemaakt van gecoat dun draad. De dikte van de draad bepaald hoeveel weerstand je krijgt bij een bepaalde hoeveelheid wikkelingen. Meestal wordt er AWG 42 draad gebruikt (0,063mm dik!) en ook AWG 42 (0,052mm!). Hieruit resulteert een bepaalde weerstand. Over het algemeen geld: hoe hoger de weerstand, hoe hoger de output en hoe minder hoog er in je pickup overblijft. Maar dat geldt eigenlijk alleen als je eenzelfde pickup vergelijkt met dezelfde dikte draad, want hoe een element echt gaat klinken (hoeveel output, wat voor toon) wordt het meest bepaald door de spoel als geheel.

    En nou wordt het helaas een beetje ingewikkeld, want wat we gemakkelijk kunnen meten is de gelijkstroomweerstand en dat is lang niet het hele verhaal. De weerstand die je kunt meten en die wordt vermeld bij de specificaties is de DC-resistance, oftewel de weerstand bij gelijkstroom (die geleverd wordt door het meetapparaat). Een element levert echter geen gelijkstroom maar wisselstroom, en wel wisselstroom in alle frequenties van de snaren die bespeeld worden. De weerstand van de spoel is bij elke frequentie een beetje anders, en die wisselende weerstandswaarden noemen we impedantie (dit gaat ook op voor speakers overigens). Er is een (band van) frequentie(s) waar de weerstand van de spoel het hoogst is en waar hij dus het meeste output genereert. Deze band noemen we de resonantiefrequentie. Niet alle wikkelaars vermelde deze 'resonant peak', maar het zegt veel over het karakter van een element: des te hoger de resonatiefrequentie, des te meer hoog er in je element zit. Een resonantiepiek kun je meten met een scoop. De resonantiefrequentie is een optelsom van de dikte van het draad, de magneet, de plek van de magneet en de dikte van de spoel, kortom door het hele samenspel.

    Soms wordt er vermeld wat de inductie is in Henry van de spoel van een pickup, bijvoorbeeld bij TVJones. Hier wordt het weer erg natuurkundig.  Inductie (waarschijnlijk wordt hier bedoeld de zelfinductie, maar ik ben geen natuurkundige) is het verschijnsel dat de stroom in een geleider een magnetisch veld opwekt. Deze inductie uit zich als een spanning die de oorzaak van de verandering van de stroom tegenwerkt. Dit alles terwijl in een pickup de verandering van magnetisch veld juist stroom in de spoel opwekt. Anyway, de definitie van Henry is: als de hoeveelheid verandering in stroom 1 ampere per seconde is, en het resultaat daarvan is 1 volt, dan wordt de inductie 1 Henry.

    Wat kun je hiermee? Bill Lawrence (bekende en eigenzinnige pickupbouwer) zegt hierover dat in het algemeen geldt: des te hoger de inductie, des te minder hoog in een element. Een stratspoel zit rond de 2,3 Henry, PAF rond de 4,4 Henry en pickups met hoge output soms 8,0 Henry. En Bill maakt goede elementen, dus wie weet heb je er wat aan.

    Samenvattend:

    - bij gelijksoortige pickups geldt dat een hogere weerstand een hogere output geeft en daarmee minder hoog.

    - als er een resonant peak wordt vermeld dan geld des te hoger de piek des te meer hoog er zit in een pickup en vice-versa. Helaas wordt er bijna niks over het draad gezegd, en vaak ook niks over de resonant peak.

    - Als er inductie wordt vermeld geldt: des te hoger de waarde in Henry, des te minder hoog.

    - Vlak de inlvoed van potmeters, condensatoren en je kabel niet uit! Uiteindelijk gaat het om de hele keten, en die omvat natuurlijk het hele zwikje van spoel tot luidspreker.

     

    3 - De bobbin.

    De dc-weerstand van een PAF-humbucker ligt meestal tussen de 7 en 8 KOhm terwijl een telecaster brugpickup ook rond de 7 kOhm weerstand kent. Toch kent een PAF een hogere output. Dat komt (onder andere) door de vorm; de breedte van de twee bobbins zorgt voor een groter gebied waar de snaar opgepikt wordt en twee spoelen leveren meer energie dan 1. Maar ook een P90  die kan een lagere weerstand kennen dan een tele-of strat pickup maar gaat wel harder. En klinkt wezenlijk anders.

    Des te smaller een element, des te minder mid (volheid) komt er uit. Vergelijk dus geen appels met peren, een humbucker klinkt voller en warmer dan een telepickup. Klaar. Maar maak je een vergelijking tussen dezelfde soort elementen dan kan je wel een uitspraak doen over hoe die gaat klinken als je kijkt naar de aanwezige specificaties.

    Over het algemeen geldt: een brede spoel zorgt voor een vol en warm geluid met veel output, terwijl een smalle spoel meer hoog heeft en wat strakker is. Dit is ook de reden dat een mini-humbucker in de vorm van een stratelement bijvoorbeeld nooit zo vol KAN klinken als zijn volwassen broertje, hoe goed het element ook mag zijn.
    Wat hier natuurlijk ook veel mee te maken heeft is de plaats van de pickup op de gitaar, maar je hoeft een gitarist meestal niet het verschil in geluid tussen de brug en halshumbucker uit te leggen...

     

    4 - De manier van wikkelen.

    Een moderne wikkelmachine maakt uiterst gelijkmatige wikkelingen rond een bobbin. Zo gelijkmatig dat elke wikkeling mooi op de vorige ligt, in een van te voren bepaald patroon. Zo strak en mooi kan een mens niet wikkelen. Een mens wikkelt een stuk slordiger. Maar nou blijkt (tenminste in heel veel oren) dat een hand- en dus slordiger gewikkeld element muzikaler, mooier klinkt. Denk aan de vergelijking tussen transistoren en buizen. Natuurkundigen verklaren dit met het voorkomen van een beperkte hoeveelheid 'eddy currents' in een handgewikkeld oftewel 'scatterwound' element. Ik heb geen verstand  van eddy currents, maar wel weet ik dat handgewonden elementen (soms, niet altijd) een magisch 'extra' hebben, waardoor ze mooier klinken. Teveel slordigheid is echter ook niet goed; daarvan gaat een element ook dood klinken.

    Tegenwoordig passen de digitale machines van de grote pickupfabrikanten ook random-achtige wikkelingen toe in hun wikkelpatronen, dus maken ze ook scatterwound-achtige spoelen, dus daar ga je...hier betreden we de wondere wereld van smaak en vertrouwen. Mooie uitspraak van pickup-legende Jason Lollar: 'je kunt net zo goed slecht klinkende handgewonden elementen maken als goed klinkende machine-wound elementen".

     Wat is dan het verschil? Dat hoeft 'm niet direct in mooiheid van klank te zitten. Ik denk dat je het verschil  het beste kunt duidelijk maken met de vergelijking confectie-maatpak, maar ook de vergelijking tussen een gitaarfabriek en gitaarbouw. Waar de meeste gitaristen kiezen voor een fabrieksprodukt zijn er ook muzikanten die een gitaar voor zichzelf op maat voor zich laten maken, en die mogelijkheid heb je bij handwikkelaars dus ook. En heb je een goede wikkelaar dan gaat er een wereld voor je open.

    Een element van Seymour Duncan of Dimarzio of noem maar op staat echter voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Elk element voldoet aan de vaak nauwkeurig omschreven specificaties en is getest tot en met. Wij hebben in 25 jaar Rikkers Gitaarbouw nog nooit (ik herhaal nog nooit) een slecht element van dit soort leveranciers gezien. Er is ruime keus en ze zijn relatief betaalbaar. Ook goed zijn vaak de koreaanse wikkelaars. Mits ze goede onderdelen gebruiken (bijvoorbeeld als iemand als Kent Armstrong ze laat maken) doen ze in kwaliteit vaak niet onder voor hun amerikaanse concurrenten. Reden dat je steeds meer "designed by" pickups in fabrieksgitaren ziet verschijnen, en die zijn nooit slecht. Voor een fabriekspickup geldt dus: what you hear is what you get. Het is vaak al moeilijk genoeg om te bepalen welk geluid je uit je gitaar of bas zou willen hebben, laat staan dat je maatwerk wilt. De grote jongens hebben prima overzichten, cd's en websites waar je zo goed als kan een gefundeerde keus kan maken voor je gitaar.

    Er verschijnen in dit internet-tijdperk echter steeds meer handwikkelaars die stevig aan de weg timmeren. Vroeger waren het vooral gitaarbouwers die kapotte pickups herwonden. In Nederland wond en wind een bijna legendarische figuur als Ted Oberg elementen voor een select clubje bouwers en winkels, ook voor ons vroeger. Inmiddels wikkel ik onze elementen zelf en herwind ik kapotte pickups.

    In Duitsland en Amerika zijn er echter heel veel wikkelaars die niks anders doen dan pickups maken en met eigen webshop een select groepje liefhebbers in de hele wereld bedienen. Sommige beloven regelrecht het walhalla; koop hun pickups en vanwege het feit dat ze het met de hand doen beloven ze "tons of tone".

    Een van dat soort jongens neemt zichzelf op op video tijdens het wikkelen en bewaard dat. Hij denkt daarmee het proces nog een keer te kunnen overdoen als de betreffende klant dat wenst.Of hij dat echt kan weet ik niet maar het geeft wel aan dat de controle over het uiteindelijke resultaat een beetje gokwerk moet zijn. "Oerwikkelaar" Jason Lollar gaat daarom verder; hij wikkelt zijn elementen in batches, test die uitvoerig en matched de goede pickups bij elkaar en flikkert de rest weg. Wat drastisch, maar hij garandeert kwaliteit.

    De grootste kracht van de wikkelaars is echter dat er direct contact is tussen de gitarist en de wikkelaar en deze kan precies zijn eigen element laten maken, maatwerk dus. Kijk veel op de internetfora of er andere gitaristen te spreken zijn over het produkt, probeer door alle blabla heen te lezen en je komt een heel eind. Ik denk echter wel dat de wikkelaar die op zijn site bijzonder wollig opgeeft over zijn produkten maar verder niks bied dan DC-resistance en ''Tons of TONE"  te wantrouwen is; de beste wikkelaars zijn meestal aardig bescheiden en laten hun pickups voor zich spreken. Je moet die mensen hebben die meer in jou als gitarist geinterresseerd zijn dan in harde dollars. En beding een refund; als het resultaat tegenvalt moet je 'm terug kunnen sturen.

    Zo. Beginnend met een elementje van Squier Korea voor 10 gulden zijn we uitgekomen op Boutique Pickups van soms meer dan driehonderd euro per stuk. En allemaal is het een bobbin, een magneet en een ellenlang stuk koper...en allemaal kunnen ze voldoen aan wat jij er van verwacht. Ondanks 3 lange verhalen heb ik nog maar het topje van de ijsberg aangeraakt wat betreft elementen, ik had nog wel even door kunnen gaan. Er wordt veel luchtgefietst, maar het leuke is dat er op internet ongeloofelijk veel goede informatie is en meningen te vinden zijn over dit onderwerp, meer dan genoeg voor een hele leuke hobby. Onthou dat je vingers en je gevoel de toon maken die uit je gitaar komt, maar die toon kan je wel sturen. En een echt goede gitaar met fantastische elementen kunnen je weer een stuk verder helpen omdat het gewoon zo lekker klinkt..

     

    Groet

     

    Jacco Stuitje

    Rikkers Gitaarbouw & Contrabassen.

     

     

Back to top