Welkom op het GitaarNet.
  • Saturday Night

     SOLO

    Saturday Night

    Ik bespreek hier een bekende song en zijn akoordenschema. Het gaat om Saturday Night van Herman Brood. Het is een leuke song om de theorie eens aan te toetsen.

    Saturday Night - Herman Brood.
    »» Kijk eerst eens het nostaligische filmpje op You Tube

    | D - - F | - - - - | G - - D | - - - - |

    Dit zijn de klanken die je hoort over de coupletten. Wat de begeleidende gitarist (Dany Lademacher/tevens leadgitarist) doet is op iedere tel van de maten de losse D-snaar spelen. Op de aangegeven tellen pakt hij het aangegeven akkoord. Eigenlijk zou ik het dus zo moeten schrijven, waarbij de hoofdletters staan voor de akkoorden en de kleine d's voor de losse D-snaar.:

    | D d d F | d d d d | G d d D | d d d d |

    De aangegeven akkoorden zijn eigenlijk geen akkoorden. Akkoorden bestaan immers uit drie of meer tonen. In de song worden de tertsen echter weggelaten. De akkoorden D, F en G bestaan dus uit twee tonen: de 1 en de 5. Daardoor kan niet worden gezegd of de akkoorden mineur- of majeurakkoorden zijn. Daarmee zijn die akkoorden minder dwingend. Je kunt ze als mineur of majeur interpreteren.

    Eigenlijk zou ik het schema dus als volgt moeten schrijven:

    | D5 - - F5 | - - - - | G5 - - D5 | - - - - |

    Een 'X'5-akkoord betekent dat je de 1 en de 5 speelt. Dergelijke akkoorden worden ook wel "power-chords" genoemd. Ze staan namelijk als een huis.

    Toch is dit in Saturday Night niet helemaal het geval. Onder de akkoorden wordt namelijk steeds die losse D-snaar gespeeld. Bij het D-akkoord leidt dit niet tot een echt akkoord. De d maakt immers al onderdeel uit van D5. De d over F5 is echter een erg spannende toon. F5 bestaat namelijk uit de tonen f (de 1) en c (de 5). Als je daar een d onder legt, heb je dus een F5/D(*). Waarbij de d de 6e toon van F is. De G5 over d (G5/D) is een stuk minder spannend. De d is namelijk de 5 van G.

    (*) Een X/Y-akkoord wordt ook wel een 'slash-chord' genoemd. Aan de linkerzijde van de schuine streep staat het akkoord, aan de rechterzijde de grondtoon. Dit soort akkoorden duiden vaak op een omkering: In geval van een E/C# ligt niet de E in de bass maar de terts (de c#). De terts en de 1 worden dus 'omgekeerd'.

    Stel, je bent als begeleidende gitarist uitgenodigd om met een band Saturday Night te spelen. De mannen zeiden tegen je dat een andere gitarist de solo's zou spelen. Die solo-gitarist meldt zich 5 minuten voor het optreden echter af, en de band vraagt aan jou om de solo's te spelen.

    Paniek!

    Of niet?

    Welnee, je kijkt naar het akkoordenschema en ziet meteen: het nummer staat in een D-modus. En omdat de losse d-snaar steeds wordt gespeeld, is die D-modus erg belangrijk. Het volgende F-akkoord dwingt de D-modus duidelijk in een D-mineur-modus. De f is immers de kleine terts (mineur) van D (tussen d en f zit een interval van 1½).

    De kwint (5e toon) van F is een c. En die toon is de dominant-septiem van D (interval c-d is een hele). De kwint van G is weer de d.

    Het D5-akkoord kent dan wel geen f (de kleine terts: mineur) maar de song is erg bekend en je publiek weet dus dat na de D5 de F5 volgt. Veiligheidshalve kun je dan ook het beste de D5 als een mineur-akkoord beschouwen (met een f). Niet dat de f# een 'foute' toon zou zijn over D5, maar mocht je die al willen spelen, doe dat dan met overtuiging en maak duidelijk dat je over de F5 weer terug gaat naar de f. Je publiek zal namelijk verrast zijn door de f# over D5, zeker als je die aanhoudt over F5.

    In penta-ladders

    Maar goed, ik zou het eenvoudig houden. En dus adviseer ik je om over Saturday Night D-mineur-penta te spelen. De D-mineur-penta-ladder over D is namelijk dezelfde ladder als de F-majeur-penta (een parallel!). En dat komt goed uit want na D5 volgt F. Het F-akkoord heeft dan ook een majeur-'feel'. De c (de 5 van F5) zit ook in D-mineur-penta, en wel als b7 van D. Over de G5 kun je ook D-mineur-penta spelen. Zowel de g als de d zitten immers ook in die ladder. De d als 1e toon van die ladder en de g als 4e toon van die ladder.

    Over het refrein wordt het volgende schema gespeeld:

    | A5 - - C5 | - - - - | D5 - - A5 | - - - - |

    Dit is hetzelfde schema als D5-F5-G5 maar dan in A-mineur-penta. Voor dit schema geldt dus dat je hier heel goed A-mineur-penta kunt spelen. Probeer wat ik vertelde over het D-schema maar eens te vertalen naar dit A-schema.

    Zoals gezegd: de penta-ladders maken het leven van een gitarist zeer eenvoudig. Over Saturday Night kun je heerlijk 'knallen' in penta-ladders.

    In toonladders

    Mocht je je op een gegeven moment gaan vervelen met de penta-ladders, dan kun je er ook voor kiezen om een gewone ladder te gebruiken over de songs.

    Wees daar wel voorzichtig mee omdat de song erg bekend is bij het publiek, en de gitarist van Brood steevast penta's heeft gespeeld over de song. Het publiek is dat dus gewend. Als jij vervolgens melodieuze solo's gaat spelen over de song, is dat publiek verbaasd. 'Gewone' toonladders hebben meer melodieuze zeggingskracht dan penta-ladders.

    Maar goed, we pakken weer de D-riff:

    | D5 - - F5 | - - - - | G5 - - - | D5 - - - |

    Wat je in dit schema ziet, is een D-, een F- en een G-akkoord. De D heeft een duidelijk mineur-feel vanwege het navolgende F-akkoord. We gaan dus op zoek naar een D-mineur-ladder. En zoals je weet zijn er daar 3 van: dorisch, frygisch en eolisch.

    Wat je ook ziet, zijn 2 ('power')akkoorden die een heel interval van elkaar verschillen (F-G).

    Laten we de D-mineur-ladders eens aflopen:

    D-dorisch: dat is in de toonsoort C (2e Trap van C). In de toonsoort C is F een lydisch-akkoord en G een mixolydisch akkoord. De toonladder D-dorisch (of C-ionisch) zou dus prima van pas komen over Saturday Night.

    D-frygisch: dat is in de toonsoort Bes (3e Trap van Bes). In die toonladder is het F-akkoord een 5e Trap akkoord: F7. Het G-akkoord in die toonsoort is een G-mineur-akkoord (Trap VI; eolisch). Dit zou dus ook kunnen.

    D-eolisch: In deze toonladder is de F een 1e trap. Dit is dus de toonsoort van F. In die toonsoort zit een G-akkoord dat mineur is (G-dorisch: 2e Trap). Ook dit is dus mogelijk.

    Het is dus allemaal mogelijk!

    Maar bij twee van deze ladders, is het G-akkoord een mineur-akkoord. Nu komt het op je oren aan: als je het thema speelt, en je speelt over G5 nadrukkelijk een Gm, dan blijkt Gm helemaal niet te passen. Het doet af aan de kracht van de song. Als je over G5 een bes speelt (de mineur) dan ontkracht je het stuk. Het is niet 'fout', maar het is andere muziek dan Saturday Night.

    Wat resteert is D-dorisch. En dat is een leuke aanvulling op D-mineur-penta. Je krijgt er immers twee tonen bij: de e en de b. Die twee tonen hebben de volgende betekenis over de akkoorden:

    Dm:de e is de 9 (of 2) en de b is de 6;
    F:de e is de majeur-septiem van F, en de b is de #4;
    G:de e is de 6 en de b is de grote terts (majeur).

    Maar probeer nu eens de bijbehorende akkoorden uit de toonladder D-dorisch (C-ionisch) te spelen:

    Dm7 - Fmaj7 - G7 - Dm7.

    Dat klinkt toch veel te lieflijk?

    Je kunt daarom van alle D-mineur-kerktoonladders D-dorisch best gebruiken over het schema, maar kijk uit welke tonen je benadrukt. Een e zou ik niet benadrukken over F. Dat maakt dat F-akkoord veel te lief (een majeur-7-akkoord is een 'lief' akkoord: je komt het veel tegen in 'tranentrekkers'. Het heeft de kleur van een opkomend ochtendzonnetje. Maar Brood had het over de nacht!).

    Kortom, gebruik D-mineur-penta over de song. Meng daarin wat tonen uit D-dorisch maar pas op!

    Overigens geldt dit allemaal ook voor het A-deel van de song, maar dan vertaald naar A in plaats van D. Dat onderzoek laat ik echter aan jou over.


    »» volgende les
Back to top