Welkom op het GitaarNet.
  • 10. De populariteit van de mineur-penta-ladder: de Blues-ladder

     SOLO

    10. De populariteit van de mineur-penta-ladder: de Blues-ladder

    Stel, je komt een muziekstuk tegen, met de volgende akkoorden:

    I Am7 ---I Dm7 ---I Am7 ---I Am7 ---II Dm7 ---I Dm7 ---I Am7 ---I Am7 ---II Em7 ---I Dm7 ---I Am7 ---I Em7 ---I

    Dat is een opeenvolging van akkoorden die je bekend in de oren zal klinken. Het schema is een mineur-blues over 12 maten.

    Het schema bestaat uit de akkoorden Am7, Dm7 en Em7. Dit zijn mineur-akkoorden uit een bepaalde toonsoort, namelijk C-ionisch. Over dit schema kun je dus improviseren door de 7 tonen uit de C-ionische ladder te gebruiken. A-eolisch, D-dorisch en E-frygisch (alle mineur-ladders) maken immers deel uit van de toonsoort C.

    Maar constant de toonladder van C spelen over dit schema wordt al snel vervelend. Je publiek wil immers misschien wel in jouw solo horen dat je de akkoorden volgt.

    Om de akkoorden te volgen, zonder al te veel te hoeven nadenken of het langskomende mineur-akkoord nu een frygische of een eolische is, kun je over elk akkoord de bijbehorende penta-ladder spelen: A-mineur-penta over Am7, D-mineur-penta over Dm7 en E-mineur-penta over Em7.

    Maar stel, je komt nu het volgende schema tegen:

    I A7 ---I D7 ---I A7 ---I A7 ---II D7 ---I D7 ---I A7 ---I A7 ---II E7 ---I D7 ---I A7 ---I E7 ---I

    Dit schema is een echte blues over 12 maten. Verschil met het mineur-schema van hierboven is dat alle akkoorden majeur-akkoorden zijn.

    Net als over het mineur schema kun je ervoor kiezen om over ieder langskomend akkoord de bijbehorende majeur-penta te spelen. Wat niet mogelijk is, is om alle drie deze akkoorden te vatten in één toonsoort: alle drie de akkoorden zijn dominant-septiem-akkoorden en zoals bekend komt een dominant-septiem-akkoord maar één keer voor in een toonsoort (de mixolydische ladder). Elk akkoord in dit schema komt dus voort uit een bepaalde toonsoort. Elk akkoord is een mixolydisch akkoord. Je zou dus ook over ieder akkoord de bijbehorende mixolydische ladder kunnen spelen. Maar je zal merken dat dat erg 'gemaakt' klinkt.

    Het overspringen in een bepaald stuk van de ene toonsoort naar de andere heet overigens 'moduleren'. Onthoud die term!

    In dit schema wordt dus een aantal keren gemoduleerd en dat maakt het schema erg lastig te doorgronden. Toch gaat het hier om een standaard blues. Hoe deden die oude blues-grootheden dat dan? Dat waren geen mensen die genoeg geld hadden om een muziekopleiding te volgen. Zij gingen puur op hun gehoor af.

    Wel, ze gebruikten slecht één ladder: de mineur-penta ladder van het begin-akkoord; in dit schema A-mineur-penta. En die ladder (A-mineur-penta!) zetten ze door over D7 en E7.

    Hoe is dat mogelijk?

    Wel, theoretisch bezien is dat inderdaad niet mogelijk. Maar vergeet nooit dat muziek tot theorie heeft geleid. Het is niet zo dat theorie tot muziek heeft geleid. Als je maar vaak genoeg een mineur-ladder speelt over een majeur-akkoord, dan ga je dat na verloop van tijd vanzelfsprekend vinden.

    Zoals gezegd speelden de oude bluesrakkers de mineur-penta van het begin-akkoord, maar met één verschil: ze hebben die ladder aangevuld met een tussentoon, de zg. "blue-note". De mineur-penta aangevuld met de blue-note heet de "blues-ladder". Ik geef je hem hier (in A):

    a       c   d d# e     g   a

    Deze ladder verschilt ten opzichte van A-mineur-penta voor wat betreft de toegevoegde d#: de blue-note. Die blue-note is de #4 van A, de b9 van D en de 7 van E. Het is kortom de meest 'vuile' en risicovolle noot die je aan het schema had kunnen toevoegen.

    Maar dat is wat blues is: het kraakt aan alle kanten. "Janken" of "huilen" kun je het ook noemen. Anderen noemen het gewoon "blue".

    Maar wat dan met die tertsen? Het A7-akkoord kent een c# als terts. Het D7-akkoord kent een f# als terts en E7 kent een g# als terts. En juist die tonen worden weggelaten in de blues-ladder!

    Wel, dat is juist wat blues is: dingen doen die eigenlijk niet kunnen. En daarom wordt er in de blues ook zo getrokken aan snaren. Die c over A7 wordt een beetje opgetrokken, naar een c#. Maar de echte c# mag ie niet raken, want dat zou te netjes zijn. De f# over D7 (de terts) wordt benaderd door flink aan de e te trekken. En over het E7-akkoord trek je een beetje aan de g.

    Het voordeel van de bluesladder is dat alle dominant-septiemen er wél in voorkomen: de g over A7, de c over D7 en de d over E7.

    Een echte les in muziek

    Een betere les dan een blues-les kun je niet krijgen in de muziek. Juist door de blues leer je namelijk dat theorie maar een handvat is voor een beter begrip van muziek. Maar als je de theorie eenmaal beheerst, dan kun je die maar beter zo snel mogelijk weer vergeten. Muziek is voor de oren, en niet voor de hersencellen.

    De bluesladder is de meest gebruikte ladder in rock en pop. De grootste gitaristen beheersen de penta-ladders tot in de tenen, met name de bluesladder. Ze gebruiken die ladder overal voor.

    Een ding moet je echter beseffen: veel gitaristen spelen enkel de bluesladder omdat ze niet anders kunnen en weten. Die gitaristen hebben een klein bereik wat betreft hun tonenarsenaal. Vaak zullen ze in herhaling vervallen. Zeker omdat de penta-ladder een trucendoos aan licks kent. De hele rockgeschiedenis staat bol van de penta-licks. Je doet dus al snel een ander na als je jezelf beperkt tot penta-ladders.

    Maar ik zweer erbij als ik een keer moet invallen tijdens een optreden. De penta-ladder is namelijk vooral heel erg gemakkelijk.

    Maar "Vader Jacob" kun je er niet eens mee spelen...


    »» volgende les
Back to top