Welkom op het GitaarNet.
  • Interview ELLIO MARTINA - DEEL II

     MEESTERBOUWERS

    ELLIO MARTINA - DEEL II

    Hoe zou je je filosofie over het ideale geluid willen omschrijven?
    Mijn filosofie is dat het geluid, ook bij de elektrische instrumenten, zijn akoestisch karakter moet behouden. Er moet een bepaalde warmte in het geluid zitten. Je moet horen dat het leeft.

    Hoe bereik je dat het materiaal zo goed mogelijk zijn akoestische karakter behoudt?
    Tijd is in dit verband heel belangrijk. Een boom heeft jarenlang gestaan en al die tijd de kruin in evenwicht moeten houden. Vooral als de boom scheef heeft gestaan, barst het in de stam van de spanningsverschillen. Die spanning blijft altijd enigszins in de vezels van het hout zitten, al heeft het nog zo lang gelegen om te drogen. Bomen die extreem scheef hebben gestaan tijdens de groei, kun je dan ook maar beter niet gebruiken!

    Je moet het dus de tijd geven, en wel vanaf het ruwe stuk tot het eindprodukt. Door wisselwerking van de luchtvochtigheid, het krimpen en zwellen, laat ik de spanning er zoveel mogelijk uitgaan. Vanaf de fase waarin het is gedroogd en geklimatiseerd in de buitenlucht, bewaar ik het ruwe stuk hout bij een bepaalde luchtvochtigheid. Nu wil ik bijvoorbeeld een hals uit een stuk hout maken, en moet er een deel omheen wegzagen. Als ik een lineaal naadloos over dit bewerkte stuk leg en de volgende dag ga kijken, weet ik zeker dat het hout toch wat heeft gewerkt. Het stuk tot bijna zijn definitieve vorm moet je steeds laten rusten, voordat je het nabewerkt en de toets erop zet. Hetzelfde geldt voor de toets. Deze moet je bewaren bij steeds dezelfde condities en dezelfde luchtvochtigheid als de rest van de hals. Welke die condities zijn, leer je door ervaring. In het verleden heb ik het heel lang bijgehouden met stukken afval van de toets van dezelfde dikte, zo'n zes mm. Ik meette dan hoe het reageert t.o.v. een wisselende luchtvochtigheid en hoe lang het duurde voordat het materiaal in evenwicht was met een gewijzigde situatie. Dan blijkt dat bijvoorbeeld een dag of twee, drie te zijn voor zo'n stukje pallisander. Bij dikkere stukken duurt het dan nog veel langer. Stel je lijmt die toets die in een "nattere" conditie is, op een drogere hals. Bij instrumenten die een gelamineerde hals hebben, voel je wel eens lijmnaden aan de achterkant; dat komt dus daardoor. De ene houtsoort is dus gekrompen t.o.v. de andere en daarmee staat dan de lijmnaad onder spanning.

    Overal in zijn huis, werkplaats en atelier ligt hout te drogen. Het is een eer om te mogen slapen in de logeerkamer van ELLIO MARTINA. Slapen boven de rust van oud hout dat ligt te wachten om een prachtig instrument te worden.

    Ik geef het hout de tijd, laat het rusten zodat het aan elkaar kan wennen en wacht steeds tot de spanning eruit is, dan pas ga ik verder Uiteindelijk is de stabilliteit onder wisselende weersomstandigheden veel beter dan wanneer het gelijmd is met dat verschil erin. Het eindresultaat is, naast die stabiliteit, dat het anders klinkt dan wanneer er een ingebouwde spanning inzit. De ene houtsoort heeft een ander 'krimptraject' dan de andere en heeft dus een andere tijd nodig om in evenwicht te komen. Soms ben ik zo druk, dat ik dat wel eens vergeet om steeds allerlei gitaardelen op tijd voorbereid te hebben. Wat dat betreft ben ik toch meer een kunstenaar/ambachtsman, met ietwat chaotische eigenschappen. Gesjoemeld met de kwaliteit wordt er echter niet.

    Een geschroefde hals

    Maak je ook gitaren met een geschroefde hals?
    Ja, die maak ik ook wel. Als je er maar voor zorgt dat de verbinding mooi strak op elkaar zit. Een goede lijmnaad moet ook strak zitten, met weinig ertussen. Ik ben aan de HTS afgestudeerd op lijmen en heb in die tijd zeer veel trek en schuifproeven gedaan, zodat ik wel wat afweet van lijmverbindingen.

    Een geschroefde hals heeft wel een andere (geluids)overdacht dan een gelijmde hals. Niet beter of slechter, maar anders. Met een gelijmde of doorlopende hals krijg je toch een wat 'directer' geluid, wat strakker. Dat heeft ook te maken met de hoek van de hals ten opzichte van de body. Een verlijmde hals ligt iets meer 'achterover'. Daardoor is ook de bespeelbaarheid anders bij een geschroefde of een doorlopende hals. Bij een geschroefde hals, waarbij de hals in feite recht doorloopt in het vlak van de bovenkant van de body, moet je de snaren altijd wat hoger zetten. Je kunt je nooit zo laag krijgen als bij de 'ibanezzen' en de gibsons. Daarom zet ik ook de geschroefde halsen iets achterover, al is het maar een maar een halve graad. Het speelt zo iets prettiger dan wanneer de hals helemaal recht op de body staat.

    Met welke modellen ben je nu bezig?
    Ik richt me steeds meer op de akoestische instrumenten. Sinds een tijdje ben ik lid van de Nederlandse Vereniging van Muziekinstrumenten Makers (NVMM), een akoestische club. Ik ga eindelijk die voorraad hout voor akoestische gitaren die ik al vele jaren heb liggen, aanspreken. Ik ben nu bezig met een archtop en heb een tijdje geleden een nylonsnarige gitaar op bestelling gemaakt. Deze was gericht op de elektrische gitarist. De hals is iets smaller, hij heeft veertien frets en een iets gebolde toets, waardoor hij lekkerder speelt. Zeker wanneer je niet echt een klassieke gitarist bent. Er zit ook een Axon midi systeem in. Zowel als piezo in de brug als een ingebouwde midiconverter. Ik heb de balkjes in het bovenblad net iets steviger dan normaal gehouden zodat je niet zo snel last hebt van rondzoemen in het 'laag'. Ik ben nu bezig met een tweede van datzelfde model.

    Het nieuwe nylonsnarige model. Het Axon midi systeem.

    Je bent de uitvinder van de 'Bassmute', een demper voor op je bas, die wordt gebruikt door o.a. Marcus Miller; hoe ben je daar zo op gekomen?
    bassmuteHet was in die tijd dat vooral Rocco Prestia die speelstijl had, waarmee hij de bassnaren dempte met zijn handpalm. We hadden het toen wel eens over een alternatief om de snaren te kunnen dempen. Je kon bijvoorbeeld een stuk schuim onder de snaren zetten. Maar vooral: je zou iets moeten hebben waarmee je het kan bedienen. Op een gegeven moment was Joel Groeneweld bij me. Ik zat met zo'n joekel van een ballpen te spelen, 'klik - klik'. We hadden het er net over en braken ons hoofd over de vraag hoe je in die kleine ruimte tussen de snaren die rubbertjes omhoog kreeg gedrukt. Al spelende met die balpen, zag ik het licht. Ik moest niet "op en neer" denken maar "heen en weer"; tússen de snaren. Ik ging meteen achter de PC zitten voor een eerste ontwerp. Niet lang daarna had ik een eerste prototype in elkaar geknutseld. In eerste instantie was het rubber te hard. Wanneer het rubber tegen de snaar zat hoorde je na de aanslag een flageolet en dat was nou juist niet de bedoeling. Het rubber moest zo zacht mogelijk zijn en dan vooral bij de hoge G snaar. Voor die dikke snaren maakte het wat minder uit. Ik moest dus al die rubbertjes individueel aanpassen. Dit had het nadeel dat ik het maken veel moeilijker kon uitbesteden. De enige remedie was om het dan toch maar zelf in elkaar te gaan zetten. Zo gebeurt het regelmatig dat ik op een toer met de band een doos onderdelen mee neem en we in de bus of op de hotelkamer de loze uurtjes met elkaar aan het 'wegschroeven' zijn.

    Je bent erg vindingrijk.
    Het liefst zou ik de hele dag experimenteren. Ik ben ook een beetje een vrijbuiter. Ik wil alles zelf uitvinden. Mijn nieuwste creatie wordt een semi-akoestische gitaar die als akoestische jazzgitaar te gebruiken is, maar ook als scheurplank. Normaal gesproken kun je die jazzgitaren niet als scheurplank gebruiken; je krijgt dan 'te veel last met de feedback'. Er moet dan ook een constructie in komen waarmee je met een mechanisme je achterblad kan dempen. Met een tremolo die met de scharnierpunten vrij van het bovenblad zit. Een hybride gitaar dus. In mijn hoofd weet ik al hoe ie eruit gaat zien.


    top

Back to top