Welkom op het GitaarNet.
  • Wouter Planteijdt

     ARTIKELEN


    Wouter Planteijdt
    'Spelen bij Dulfer, dat is pas werken'
    door Wim de Jong Juni 2002
    Steve Lukather

    Clapton was vroeger God, maar onze eigen Wouter Planteijdt is minstens net zo alomtegenwoordig. Behalve in zijn eigen band Sjako! speelt hij in schier ontelbare projecten, van de jubileumavond van Sesamstraat tot de laatste plaat van Daniel Boissevain, van conceptrockjazz bij Corrie van Binsbergen tot het campagnelied van de SP. Op een zomerse zaterdagmiddag op een Amsterdams terras legt hij uit hoe hij dat allemaal flikt - als hij tenminste niet te veel afgeleid wordt door de onaflatende parade van mooie vrouwen.

    © Martin Oudshoorn

    Klopt het dat je lang geleden gevraagd bent voor de Fatal Flowers?
    'Ja, Dirk Heuff lag geestelijk aan de gallemiezen dus Richard (Janssen, red.) had een gitarist nodig. Hij wist twee mogelijkheden: René van Barneveld of ik. Indertijd speelde ik bij Dulfer en ik kende de Fatal Flowers als een leuk Amsterdams bandje waar ik wel eens naar ging kijken. Richard kwam telkens naar Dulfer kijken, die elke week in De Kroeg op de Lijnbaansgracht speelde. Ik vond dat zacht gezegd verrassend: het leek me toch niet zijn scene. Maar het bleek dat hij samen met Henk (Jonkers, drummer, red.) mij kwam uitchecken. Toen belde hij op om te vragen of ik wilde invallen. Toen zei ik: Lijkt me hartstikke leuk, laten we de agenda's pakken. Hij noemde een lijst van 25 optreeddata waarvan ik er twee kon, want we speelden gewoon de hele week door. Bij Dulfer spelen, dat is echt werk. Dus toen zei ik nee. Later begreep ik pas dat hij mij echt in die band wilde hebben.'

    En als je dat geweten had?
    'Dan denk ik dat ik er nog eens heel hard over nagedacht had. Niet lang daarna ben ik namelijk bij Dulfer weggegaan omdat ik niet meer schreef. Nu heb ik kinderen. Dat is net zoiets als Dulfer: schrijf je ook niet meer.'

    Spelen bij Dulfer is echt werk...
    'Qua hoeveelheid ja. En ook qua energie. Altijd drie sets, alles high energy en twaalf keer op een avond in een solo van laag naar hysterisch hoog zien te komen. En dat zeker vier keer in de week. Dulfer speelde overal waar hij het leuk vond. In Café Bristol in Leiden stond je echt achter het biljart, helemaal stampvol. Je weet zeker dat die kroegbaas niet meer dan 350 gulden kon betalen, maar wij kregen 250 gulden de man. Daar staat tegenover dat we ook 250 gulden kregen als we voor twaalfduizend gulden op het strand van Terschelling het slotfeest van Oerol speelden. Zo liep Hans dat weer in.'

    Als je nou voor Kane gevraagd was?
    'Had ik nooit gedaan. Geen goeie zanger. Ik weet niet of het slim is om te zeggen, maar het moet dan maar: ik geloof ze niet. Die plaat met Michel Schoots is al een stuk beter, maar ik hou niet van dat gebrul. Ik vind het allemaal Marco Bakker. Ik ben toch meer soulminded. Ik weet zeker dat Martijn (Bosman, drums) een hartstikke goeie tijd heeft in die band, maar voor mij ligt het allemaal te veel vast. Voor mij hoort het risico van uit de bocht vliegen erbij.'

    En dat doe je ook wel eens?
    'Regelmatig.'

    Wel eens een dayjob gehad?
    'Na mijn middelbare school heb ik een half jaar lang honderdduizend baantjes gedaan. Toen ontdekte (broer) Dolf dat er op het arbeidsbureau bij de afdeling Artiesten en Musici een heel aardig Indonesisch mannetje zat die het leuk vond om popmuzikanten in te schrijven. Dan ben je officieel werkloos en dan heb je recht op bijstand. Daar heb ik tien jaar mijn huur van betaald. En altijd keurig opgegeven wat ik verdiende. Als de dienst weer eens zei: zou je nou niet een beroepskeuzetest gaan doen, zei ik altijd: nee let maar op, over een tijdje heb ik jullie niet meer nodig want dan ga ik verdienen in de muziek.'

    Wat een doorzettingsvermogen.
    'Ik begrijp dat dat zo lijkt, maar zo heb ik dat zelf nooit ervaren. Het was gewoon party. Ik kón alleen maar met muziek bezig zijn.'

    Heb je je nooit zorgen gemaakt over wat er zou gebeuren als na tien jaar nog niemand je wilde hebben?
    'Geen haar op mijn hoofd. En daar ben ik nog steeds niet mee bezig. Ook niet wat er gebeurt als straks alles duurder wordt en de kinderen naar school moeten. Dan komt er wel weer wat.'

    Hoe verhoudt je sessiewerk zich tot Sjako!?
    'Zeg dat Sjako! ineens zoveel succes zou hebben dat ik alleen maar dat hoefde te doen, dan zou ik niet blij zijn dat ik geen studiowerk meer hoefde te doen. Juist het alles door mekaar doen vind ik juist heel erg leuk. Ik heb wel eens ergens gezegd dat het gebrek aan succes Sjako!'s grote geluk is geweest. Ik kan dus niet zeggen wat ik het belangrijkste vind. Echt ontzettend veel mooie vrouwen, ik word er helemaal gek van. Maar goed, 21 jaar Sjako!, dat vind ik wel erg te gek. Het begint een indrukwekkend getal te worden. Ik kijk al uit naar het 25-jarig bestaan.'

    Wat wilde je toen je een klein jochie was?
    'Ik schreef meteen liedjes toen ik begon. Ik heb tapejes van dat ik twaalf was met eigen liedjes en de eerste keer dat ik met Frank Wissen - nu een platenbobo, die had wel een plan - als duo optrad, stonden we meteen in de krant. We waren meteen sensatie omdat we zulke kleine kereltjes waren. We speelden de Fabeltjesblues en hadden ook op Venus van Shocking Blue de tekst van Drie Ganzen in het Haverstro, een kinderliedje van school gezet. We waren meteen beroemd en daarna heb ik er nooit meer over nagedacht wat ik wilde worden.'

    Ben je een harde onderhandelaar bij de prijs voor een sessie?
    'Nee, daar ben ik slecht in, dat is wel stom. Ik ga bijvoorbeeld vanaf september in een Blues Brothers-musical. Dan moet je met zo'n productiebedrijf over geld onderhandelen. Zij doen een voorstel en dan kan ik er nog een heel klein beetje aan mierenneuken van reken het eens om naar euro's en rond het dan eens naar boven af, maar verder kom ik niet, dan ben ik al heel tevreden. Maar als (bassist) Manuel Hugas, die een week later daarheen gaat, vraagt: wat heb jij dan bedongen, dan zegt hij: "Ach man, dat is veel te weinig, idioot! Dat moet minstens zóveel zijn!" Dat gehaaide, dat lukt me niet.'

    Blues Brothers lijkt me niet een verschrikkelijk ingewikkelde klus.
    'Ik hoef niet eens te repeteren, ik heb al die nummers al eens gespeeld. We klinken ook echt als de Blues Brothers. Die Hammond van Nico (Brandsen), mijn Telecaster ... en Manuel ís gewoon Donald 'Duck' Dunn, elke noot klinkt gewoon zo.'


    © Martin Oudshoorn

    Als je een avondje Steve Cropper moet spelen, kun je dan gewoon een knop omzetten?
    'Ja, Manuel noemt me ook altijd Steve als we dat repertoire spelen. Ik heb twee broers. Dolf kwam altijd met King Crimson en de anarcho-punk. Mijn oudste broer kwam altijd met Aretha Franklin en Otis Redding, dat midden vaar ik al sinds ik muziek maak. De een is vijf jaar ouder, de ander zes jaar ouder. Als je tien bent is wat zij zeggen de waarheid.'

    Moet je niet de experimentele kant uitschakelen als je Steve Cropper wilt zijn?
    'Nee, want het zit veel dichter bij elkaar dan het lijkt. Neem Green Onions. Dat solootje van Cropper (Planteijdt doet voor: iowp! iowp!) is alleen maar een soort geblaf, met gaten die echt behoorlijk van god los zijn, qua timing enzo. Mij lukt het ook steeds beter om die twee extremen door elkaar te halen.'

    Zie je jezelf echt als sessiegitarist?
    'Ja, als ik sessies doe, dan vind ik het alleen maar belangrijk dat degene voor wie dat is, er blij mee is. Een van de meest recente voorbeelden daarvan is Marcel de Groot's plaat, en die plaat van Daniel Boissevain die helaas niet heel goed terechtgekomen is. Ik zie trouwens heel veel mooie vrouwen! Dat heb ik altijd als ik een kater heb. Dan komen ze me uitlachen. Ik doe al sessiewerk zo lang ik in studio's kom, ik kan er niet op komen wat het allemaal is. Dan moet ik mijn Sena-lijst er even bij halen.'
    'Het sessiewerk begon pas een beetje te lopen toen men begreep dat Wouter Planteijdt niet alleen maar als Wouter Planteijdt speelt, maar ook als Steve Cropper of wat de opdracht maar is. Dat is begonnen toen ik covers speelde van Otis Redding enzo, met Ross Curry. Dan rol je er zo'n beetje langzaam in.''Ik speel op een plaat die hier in Amsterdam opgenomen wordt door een hippe Franse producer, Mike met een zanger die heet eh ... Dave volgens mij. Een zoetgevooisde zwarte musicaljongen die heel Prince-achtige muziek maakt. Met een beetje mazzel gaat dat heel erg scoren, want het waanzinnige producties, zo glad als een paling in een emmer met snot. Slick as an eel in a bucket of snot! Eens in de twee, drie weken belt hij op: (met 'Allo, 'allo-accent) "Hello it's Mike, I need you again." En dan fiets ik er heen of ga met de auto al naar gelang wat hij wil. "Wat heb je nodig?" "I need Stratocaster and acoustic." En dan ga ik daar naartoe en dan freak ik gewoon een middag helemaal uit. Het is alleen maar dubben, ik heb nog nooit een andere muzikant van die productie gezien. Dat cut hij dan helemaal up en zet dat daarna op zijn plek. Die nummers zou ik niet herkennen als ze op de radio komen, omdat hij ze nog zo vergaand doorverandert en produceert'

    Hoe vertelt hij jou wat je moet doen?
    'Aan een akkoordenschema heb ik vaak wel genoeg. Meestal zingt hij een lijntje voor, of hij speelt het voor op gitaar. Een paar keer had hij de gitaarpartij er helemaal op staan, maar wilde hij het toch "met echte vingers" . Hij kan het wel, maar hij vindt het zelf niet goed genoeg. Soms moet ik heel erg aan de bak om het na te kunnen spelen, dan zeg ik "Shit man, dat is hartstikke goed wat je daar speelt." Dan zegt hij: "No, you do that better."'

    Krijg je daar dan ook bakken met geld voor?
    'Gewoon, sessiegeld. Weet ik veel, honderdvijftig euro voor zo'n middagje ofzo. Als het af is, maken we een contract dat ik er ook nog een beetje rechten over krijg.'

    Ben je wel eens in een project terecht gekomen waarvan je dacht daar kan ik niks mee?
    'Nee, ik vraag altijd van tevoren een tapeje en doe het alleen als ik het leuk vind.'

    Die luxe kun je je veroorloven?
    'Eigenlijk niet. Maar niemand heeft er wat aan als ik met een zuur smoel een halfbakken partij zit te spelen. Alleen voor een reclame is het de kunst om een partij van zes seconden er in twaalf seconden op te hebben staan en binnen twee minuten weer buiten te staan moet poen in je hand.'

    Dat doe je niet meer?
    'Ik ben één keer gevraagd voor Uncle Ben, dat was lachen. Dat wereldje ben ik niet in gekomen, maar dat vind ik helemaal niet erg. Het is wel easy money, maar je,moet wel altijd op de goeie plekken je neus laten zien.'

    Heb jij je best gedaan om een reputatie op te bouwen als sessiegitarist?
    'Nee, dat gaat volledig op zijn beloop. Maar ik heb best veel werk. De connectie met Nico Brandsen en Ro Krom is altijd wel bewust op zoek naar werk. Als er gitaarpartijen zijn die Ro niet zelf kan spelen, bellen ze mij.'

    Je hoeft dus niet op zoek naar klanten.
    'Ik ben niet op zoek naar klanten. Er zijn natuurlijk heel veel sessiegitaristen die je de hele dag wel op de radio hoort en die grote zakken met Sena-geld rondlopen, waar ik nog nooit van gehoord hebt.'

    Dat zijn ook gitaristen die worden ingeschakeld om een volledig inwisselbare gitaarpartij in te spelen.
    'Ik vind het moeilijk om van een afstand te zeggen of dat zo is. Vroeger had je alleen maar Lex Bolderdijk en nu zijn er een stuk of tien van die gasten die al het studiowerk doen. Allemaal gasten die je een papier voor hun neus kunt zetten en dan instant spelen. Ik lees niet. Dan vallen er een heleboel dingen af.'

    Ben je daardoor wel eens een leuke klus misgelopen?
    'Meestal is er wel een oplossing te bedenken, zoals bij Corrie en de Grote Brokken. Die hele band leest als raven, behalve ik, dus ik krijg van Corrie van Binsbergen een tapeje met mijn partijen in de ene box en het arrangement in de andere box. Ik zet lettertjes bij de partituur en dan leer ik het uit mijn hoofd. Ik ben altijd toch eerder lekker aan het spelen bij de Brokken dan de rest, omdat de rest nog staat te lezen en ik gewoon muziek kan gaan maken. Alleen als er een half jaar tussen de ene en de ander gig zit, moet ik weer een hele dag aan de slag om helemaal uit te zoeken hoe dat zat en dat is echt complexe stuff. Zij gaan gewoon weer staan en lezen en spelen weer.'


    © Martin Oudshoorn

    Heb je je nooit vergist, dat het anders uitpakte dan wat je verwachtte naar aanleiding van het tapeje?
    'Zal ongetwijfeld wel eens gebeurd zijn, maar dat heb ik dan zorgvuldig weggestopt. Geen idee. Schiet me niet meteen iets te binnen van dat was een helse sessie.'

    En andersom: dat je later een te gekke opname terughoorde waarop je had kunnen spelen?
    'Nee, daar heb ik volgens mij altijd gelijk in. En je hoort er ook nooit meer wat van. Als je een klus niet aanneemt, dan gaan ze je niet toch nog een plaatje sturen als het af is.'

    Is er een duidelijke scheiding tussen Planteijdt de gitarist en Planteijdt de producer?
    'Dat wijst zich meestal wel. Als Nico de producer is, zoals bij die Daniel Boissevain-plaat, dan heeft hij het helemaal tot in de moleculen uitgedokterd. Dan weet hij heel goed: en HIER wil ik Wouter Planteijdt en dan bedoelt ie dat ik een paar knoppen intrap en iets met feedback ga doen. Dan heb ik zelf geen mening, dat zou ontzettend onhandig zijn. Maar als ik voel dat er een soort besluiteloosheid bij het productieteam ontstaat, dan kom ik altijd wel even uit de hoek van: zullen we het eens zo doen. Geen twee platen zijn hetzelfde wat dat betreft. Er zijn geen vaste formules.'

    Waar ben je tegenwoordig mee bezig?
    'De Gorelev. Hoe dat in drie dagen repeteren en drie dagen opnemen ging, dat was echt zo ontzettend leuk. Daar was ik eigenlijk sessiemuzikant maar dat is zo'n goed orkest, ik ken geen bandje dat zo klinkt. Dat komt door de mensen die Jan-Paul (van der Meij, red) en Pierre van Duijl bij elkaar hadden gezet. Peer Wassenaar ken ik al twintig jaar maar nog nooit mee gespeeld. Ik zeg ook altijd dat de uitdru
    king Toffe Peer naar hem gemodelleerd is. Martijn op drums en Patrick op tuba. Er stond nog nul arrangementen ze hadden alleen de liedjes, niemand had van te voren iets gekregen. Jan-Paul legde de akkoorden uit of liet een demo horen, we gingen het spelen en in een klap was daar de swamp-papa.''Het nieuwste van het nieuwste is Fishpot. Hot news super special! Fishpot is een project van Nico Brandsen, die eindelijk de moed opgevat om een echte orgelband te beginnen. De Hammond staat echt helemaal centraal. We spelen eigen werk en vullen het aan met New Orleans-dingen en veel Meters. Thijs Vermeulen speelt bas, heel verrassend. Ro Krom speelt drums, maar bijna alles is met loops. De combinatie van Ro met die loops, en Thijs - de ongelofelijke Thijs - en dan dat orgel ... Ik begon eraan met het idee dat ik alleen maar als die Meters-gitarist zou spelen, heel funky Telecaster, maar ondertussen spelen we vaak met twee orgels, zullen we maar zeggen. En Beatrice van der Poel is de zangeres. Dat was eerst Franklin Batta, maar die wilde alleen maar Lou Rawls zingen. Dat kan hij ook heel goed, want hij is een echt soul-zanger. Maar hij had geen zin in het experiment en Bea IS gewoon experiment, dus dat klikt waanzinnig goed. Echt heel groovy. We zaten elkaar van de week aan te kijken en dachten: deze band hing al heel lang in de lucht, alleen wisten we het nog niet.'

    top


     Relevante links:

    Website van Sjako!
    Website van Corrie van Binsbergen
    Gorelev


Back to top