|
Gary Lucas ©foto: NAD |
Ken je die spacegeluidjes aan het begin van Grace van Jeff Buckley? Nou, dat nummer heette oorspronkelijk Rise Up To Be, een instrumentaal nummer van gitarist Gary Lucas, bij wie Buckley in de band Gods & Monsters gezongen heeft. Dat geluid van een dozijn kirrende Gremlins, of 'magicalguitarness', zoals Buckley het in de liner notes noemt, is het handelsmerk van Lucas, door de mangel van zijn zestien effectapparaten gehaald. Lucas werd begin jaren tachtig bekend als een van de vele gitaristen bij Captain Beefheart. Sindsdien heeft hij een lange serie (solo-)platen uitgebracht en met velen samengewerkt, waaronder Nick Cave, maar een sterstatus als een Steve Vai of John Scofield heeft hij nooit bereikt.
Zijn laatste plaat The Edge of Heaven - Gary Lucas Plays Mid-Century Chinese Pop is een eerbetoon aan Chow Hsuan en Bai Kwong, twee Chinese diva's die in de eerste helft van de vorige eeuw populaire muziek zongen. In september 2001 al in Frankrijk door Indigo/Label Bleu werd uitgebracht, en dit jaar dus ook in Nederland. Bij zijn promotiebezoek aan ons land blijkt Lucas' standaard outfit nog niet veranderd: zwarte broek, zwart colbert en op zijn kalende schedel een zwarte hoed waaronder de staart van het resterende zwarte krullende haar uit komt. In de lobby van een Amsterdams hotel nabij het Leidseplein - met inwisselbaar bloemetjesmotief op de bank, op het tapijt, op het behang en muzak op de achtergrond - vertelt Lucas over zijn nieuwste plaat. En is dat smakkende geluid dat hij maakt nou omdat hij de koekjes zo lekker vindt, of omdat zijn kunstgebit los zit?
Nederland is altijd een land geweest waar Lucas veel fans en optredens had, niet in de laatste plaats door de VPRO. Halverwege jaren negentig, de periode die Lucas zelf zijn 'wildernis years' noemt, kan hij geen optredens krijgen in Paradiso of het Bimhuis krijgen, dus speelt Lucas in kleine tentjes in Amsterdam, zoals de Winston in de Warmoesstraat en de PH 31, een krakerachtig hol vlakbij het Amsterdamse Vondelpark, waar honderd man in past. In die tijd zijn Lucas' shows al 'mini-retrospectieven naar zijn eigen werk', zoals hij het zelf omschrijft. "Het volgende nummer heb ik aan Jeff Buckley gegeven, toen hij nog in mijn band Gods & Monsters zat. Hij heeft er het nummer Grace van gemaakt, maar het origineel is instrumentaal en heet Rise Up To Be." Draaien aan effectapparatuur. Daarna: "Jullie willen een Beefheart-nummer, maar ik speel liever iets van Zappa: King Kong."
|
©foto: Carla Gahr |
Taipei Lucas ontdekt de Chinese popmuziek in 1976, als hij zich in Taiwan vestigt om een romance met een 56-jarige vrouw in de Upper West Side van New York te ontvluchten. "Die vrouw wilde trouwen, maar daar was ik nog niet klaar voor. Ik was pas 22. Ik hield van haar, maar het was veel te heftig. Ik wilde die relatie echt verbreken. Mijn ouders maakten zich ook ernstig zorgen, dus stelden ze mij voor om naar het verre oosten te gaan om voor het import-/exportbedrijf van mijn vader in Taipei te gaan werken. Zodra ik daar beland was, raakte ik meteen opgenomen in de muziekscene. Ik was best een gevorderd rockgitarist op dat moment. Ik had als student aan Yale met Leonard Bernstein in zijn Mass gespeeld, elektrische gitaar. En ik had in een aantal combo's en bands gespeeld in highschool. Zelfs in junior high en in elementary school speelde ik al de Franse hoorn. Ik was gewoon muzikaal. Dus ook in Taiwan ging ik natuurlijk in muziekclubs rondhangen, met een scene van zowel Chinese als buitenlandse jongeren die graag rock en folk speelden en een beetje jamden. Fantastisch. Een vriendinnetje uit Singapore dat in Peking opera studeerde, draaide een tape voor mij van een paar diva's uit de jaren dertig, van het vasteland van China, Shanghai. Ik vond het fantastisch; ik had nog nooit stemmen en liedjes gehoord die zo elegant en charmant waren. Sommige liedjes hadden Chinese instrumenten, sommige Chinese toonladders, maar de structuur was altijd redelijk westers. Een beetje alsof Billie Holiday popmuziek met Chinese accenten zingt. Terug in Amerika, waar we trouwden, liet ik deze muziek aan een aantal vrienden horen die het wel konden waarderen. Het werd een soort geheim genre dat alleen wij kenden, terwijl in China iedereen die namen wel kent".
Lucas buigt zijn hoofd en wrijft met zijn hand over zijn voorhoofd alsof hij een vraag over het diepste wezen van zijn bestaan moet beantwoorden. Het smakkende geluid bij het eten van z'n koekjes houdt even op en de rand van zijn zwarte hoed verbergt zijn gezicht. Maar hij blijft te lang in deze positie. Maar het interview is net begonnen en zo moeilijk is de vraag niet. Na het interview blijkt dat Lucas' lichamelijke toestand te wensen over laat. "Sorry als ik er misschien niet helemaal bij was. Ik heb twee betablokkers geslikt, en daarna ging het wel weer. Ik heb de laatste tijd nogal veel om me zorgen over te maken, belangrijke beslissingen die ik moet nemen. Wel zangeressen op toer, geen zangeressen ... ze kosten me een godsvermogen, man. Soms word ik een beetje duizelig. Ik hoop dat ik niet al te incoherent geweest ben".
Uiteindelijk hervat Lucas zijn verhaal: "Toen Kenny Herwitz, een van mijn oudste vrienden van Yale met een Chinees meisje besloot te trouwen, vroegen ze mij om een paar van deze nummers voor akoestisch gitaar te arrangeren om op hun bruiloft in Chinatown te spelen. Omdat dat een groot succes werd, heb ik een paar van die nummers op te nemen voor Evangeline, een akoestische plaat. De critici vonden het geweldig, het werd over de hele wereld omhooggeschreven, en dat trok de aandacht van een klein label in New York, dat er een complete plaat van wilde hebben. Toen de plaat eenmaal af was, zeiden ze: we hebben geen geld, we gaan failliet. Toen verscheen Label Bleu als reddende engel".
|
Bunker, Bielefeld, September 2001 |
Geheime stemming Het arrangeren van de nummers was een flinke klus: "tijdrovend, maar ik deed het met liefde. Ik moest maanden met die liedjes opstaan en naar bed gaan voor ik kon beslissen welke toonsoort en welke stemming ik zou gebruiken, maar ik was er blij mee als ik een interpretatie gevonden had die het origineel recht deed. Elk nummer heeft wel een geheime stemming of twist of wat dan ook. Zo heb ik voor een diversiteit in klank op het album gezorgd. Voor het eerste nummer Old Dreams bijvoorbeeld, heb ik een stemming uitgevonden waarbij de bovenste drie snaren zijn het zelfde als de onderste drie. De hoge e gaat naar d, de b gaat naar bes, de g gaat naar f, de d blijft d, de a gaat naar bes en de lage e gaat naar f. Ik vond dat ik wat andere stemmingen nodig had die het anders lieten klinken, die niet al te gemakkelijk in het oor liggen. Ik hou ervan om mijn muziek zo veel mogelijk een uniek karakter te geven. Ik speel anders dan de meeste gitaristen en daar ben ik trots op".
"Om een nieuwe stemming te leren kennen moet je experimenteren en nieuwe grepen zien te vinden. Zoek naar grepen die akkoorden opleveren die authentiek en mooi klinken. Trial and error, dat is de enig manier. Ik grijp eigenlijk maar wat. Ik denk er niet eens over na, ik doe het helemaal op het gehoor en gevoel. Als ik een mooi akkoord hoor, onthoud ik gewoon die greep. Ik ga niet uit van harmonische theorie. Je kunt echt alles uitproberen. Er zijn ontelbare stemmingen voor een gitaar die je kunt uitproberen. Maar ik gebruik eigenlijk best conventionele stemmingen, ik ben niet eens zo way out. Ik ben blij met wat ik heb weten te bereiken en wat ik kan".
Op het podium van de kleine zaal van Paradiso, later die avond, heeft Lucas het aanvankelijk niet makkelijk. Een van de gehuurde versterkers begeeft het ("Let's hear it for the amp rental company!") en aan het eind van de set breekt hij zelfs een snaar en dat is lastig als je helemaal alleen op toer bent, maar het is wel een aardige aanleiding voor wat audience participation. Er is natuurlijk zonder veel moeite een behulpzame jongeman in het publiek te vinden die een nieuwe snaar op de country & western gitaar wil zetten. Lucas draait zijn rug naar het publiek en bukt om een brilletje uit een van de open liggende gitaarkoffers te pakken. Hij wandelt naar een van de versterkers en draait er wat aan. Voordat hij zicht weer naar het publiek draait legt hij het brilletje weer neer. Op de Chinese nummers van de nieuwe plaat na, klinkt het repertoire die avond bekend. Weer Rise Up To Be, weer King Kong. Maar de devote fans aan de tafeltjes vinden het prachtig.
|
Bunker, Bielefeld, September 2001 |
"Ik gebruik m'n drie standaard gitaren," vertelt Lucas over z'n uitrusting die hij de hele wereld over sleept. "Ik heb een akoestische Gibson J-45 uit de jaren dertig, een National Steel Duolian uit de jaren twintig, en een Fender Stratocaster uit '63. Ik heb maar iets van vier gitaren, ik ben geen verzamelaar. Ik ben blij met wat ik heb. Ook met effecten heb ik een standaard zet die ik in elkaar gezet heb toen ik veertien, vijftien jaar geleden serieus aan de slag ging. Niks aan veranderd. Soms moet ik de wahwah wel eens vervangen als ie stuk gaat. Ik heb een vocabulaire dat ik goed vind klinken. Ik wil gewoon geen ballast verzamelen van spullen die ik toch niet gebruik. Sinead O'Connor heeft een plaat die heet I Do Not Want What I Haven't Got. Dat vind ik wel een goeie filosofie."
Ook wat opnamebudgetten betreft is Lucas met weinig tevreden, vandaar dat de bezetting op deze plaat vrij klein is: voornamelijk gitaar en zang, hier en daar wat bas en drums. "Ik heb nooit echt grote budgetten gehad, maar ik denk ook niet dat dat nodig is. Voor mij is klein beter. Small is beautiful. Weinig overhead, daardoor ben ik in al die jaren nog niet failliet gegaan. Ik heb te vaak gezien wat er dan gebeurt. Vijfennegentig procent van de mensen die grote budgetten krijgen, rommelen maar wat rond in de studio in plaats van alles strak voor te bereiden tijdens de repetities en pre-productie. Ze experimenteren in de studio en laten de rekening oplopen. Dan overschrijden ze het budget en als ie uitkomt kunnen ze nooit genoeg exemplaren verkopen om dat terug te betalen. Voor mij zijn de beste platen die gemaakt zijn de platen die snel en goedkoop gemaakt zijn, zoals de vroege platen van Bob Dylan. Die zijn in een middagje opgenomen en weerstaan wel de tand des tijds".
Verleiden OK, het opnemen kostte weinig geld, maar de voorbereiding des te meer tijd. Heeft Lucas nog wat geleerd van de Chinese popmuziek? "Het tempo laag te houden. Op mijn eerdere platen heb ik nogal de neiging om overal doorheen te racen, om iedereen te laten zien hoe snel ik kan spelen. Gewoon stoer doen, soms. Toen heb ik gezegd: ik moet heel gevoelig maken, dus ik heb meer aandacht besteed aan dynamiek, wat net zo belangrijk is al techniek. Hoe de noten klinken, hoe je die vorm kan geven, hoe je die naar buiten perst door de nek van de gitaar." Dat moet ook, want het zijn tedere liefdesliedjes over onbeantwoorde liefde. Kijk maar naar de titels: Please Allow Me To Look At You Again, I Wait For Your Return. "Geen uptempo rockliedjes, dus je moet een subtielere manier vinden om ze uit te voeren. Ik probeer een publiek te verleiden. Ik wil dat meer mensen mijn muziek ontdekken. En teneinde dat te doen moet je erachter zien te komen wat een publiek wil."Een publiek verleiden met pop uit het Verre Oosten, kan dat wel? "Als de mensen het een kans geven, staat er niets op deze plaat dat iemand tegen de borst kan stuiten omdat het herrie zou zijn, of iets wat mensen afstoot. Het is heel gevoelig, melodisch, welluidend, charmant ... Jongeren die alleen naar speedmetal luisteren vinden er misschien niks aan. Maar iedereen met enig gevoel voor natuurlijke schoonheid gaat ervoor. De enige moeilijkheid is dat het woord 'Chinees' voor de meeste niet-Chinese mensen automatisch 'moeilijk' betekent, omdat meeste mensen aan Chinese opera denken, die als disharmonisch gejengel klinkt voor de meeste westerse mensen. Maar dat geldt voor deze plaat dus duidelijk niet, daarom staat er ook 'Chinese pop'".
Relevante links:
top
|