PDA

View Full Version : maken van nekverbinding



nickbongers
7 juni 2005, 17:39
hallo,

ik had wat vraagjes over de nekverbinding op mijn zelfbouw gitaar.

- ik heb een balk van 10 bij 10 voor de nek, ik ga ervan uit dat de nerf zegmaar, als je em zo ziet:
_______
| |
|______|

paralel moet lopen met de bovenkant, ipv haaks erop?

- de neckverbinding, ik wilde een aanpassing maken op de standaard fender verbinding omdat ik deze zo gruwelijk lelijk vind. ik wilde em lijmen, en had zoiets in gedachten:

(de nek als je kijkt naar t verbindingsdeel)


______
|_____
|_____


______
|_ _| <- het stukje dat boven de body uitkomt
|__ | <- het deel dat zegmaar in de body komt

ter verduidelijking tekeningetje van de neckpocket op de body

/
|
\_______
_______|
|______|
_______|
/
|
\
\
____ /



mijn vraag is dus, als ik dit lijm, is het stevig genoeg?

nickbongers
7 juni 2005, 17:42
goed... omdat hij niet edit-baar is :S

-------------------------

hallo,

ik had wat vraagjes over de nekverbinding op mijn zelfbouw gitaar.

- ik heb een balk van 10 bij 10 voor de nek, ik ga ervan uit dat de nerf zegmaar, als je em zo ziet:
_______
| |
|______|

paralel moet lopen met de bovenkant, ipv haaks erop?

- de neckverbinding, ik wilde een aanpassing maken op de standaard fender verbinding omdat ik deze zo gruwelijk lelijk vind. ik wilde em lijmen, en had zoiets in gedachten:

(de nek als je kijkt naar t verbindingsdeel)


______
|_____
|_____


______
|_ _| <- het stukje dat boven de body uitkomt
|__ | <- het deel dat zegmaar in de body komt

ter verduidelijking tekeningetje van de neckpocket op de body

/
|
\_______
_______|
|______|
_______|
/
|
\
\
____ /



mijn vraag is dus, als ik dit lijm, is het stevig genoeg?

Mattia
7 juni 2005, 18:59
Ik snap de vraag niet echt, moet ik zeggen. Bedoel je dat de hals uitsteekt, zonder echt veel support links of rechts ervan, alleen eronder? Voor een velijmde verbinding moet je gewoon zorgen dat je ruim voldoende support hebt, maar vooral genoeg lijmoppervlakte, en maak 't allemaal niet te dun aan de achterkant. Kan je een plaatje tekenen, foto maken ofzo? Want van die tekstgevallen wordt ik niet echt wijzer..

Verder, over nerf richting: kwartiers is altijd beter. Dus: nerf haaks op de bovenkant (toets oppervlakte, zeg maar) is de beste oplossing, en het meest stabiel.

MattijsL
8 juni 2005, 12:29
'een lijmverbinding is sterker dan het hout zelf'; wordt vaak als een soort rechtvaardiging voor een slappe constructiemethode gebruikt. Jammer is alleen dat vaak niet wordt doorgeredeneerd dat de verbinding alsnog kan bezwijken (vlak) buiten het lijmvlak. De hoogste spanning zit namelijk niet persé alleen in het lijmvlak, maar ook in het gebied er omheen. Een schroefverbinding bezwijkt veel minder snel omdat het in 'het hele verbindingsgebied' werkt en niet alleen op het verbindingsvlak. Nog steeds geldt uiteraard dat de 'zwakste schakel' maatgevend is. Een 'verbinding' bezwijkt dus nogal eens net buiten het verbindingsgebied, waarbij bijvoorbeeld de pocket compleet met perfect intacte verbinding van de body afscheurt (m.n. SG).

Nog wat miereneuken: Volgens mij kun je inderdaad wel stellen dat (foutloos) kwartiers hout altijd beter is, over jaarringen haaks op de toets heb ik een wat genuanceerdere mening:
Mijn uitgangspunt: Ik zou in geval van een 'gewone gitaar' altijd proberen te zorgen dat de resonantiepiek van de eerste modus van het totale instrument niet boven pakweg 70 Hz uitkomt, want het nootbereik van een gitaar begint (meestal ) bij 82 Hz, de lage E. Zou je de hals te stijf maken (bijv jaarringen haaks op toets in combinatie met andere factoren), dan verhoog je deze eerste modus en dan kan ie wel eens in je toonbereik komen. Het ligt aan de houtsoort, halsdoorsnede en 'vrije lengte' etc of dit een grote of kleine uitwijking van de hals geeft en dus of dit veel of weinig energie opslurpt. Bij bijv een les paul model loopt het dunne gedeelte van de hals eigenlijk maar tot de 14-15de fret (strat +- 16de). Als je een neck trough gaat maken die tot de 20ste fret 'dun' is kun je -naast sterkteproblemen- in de problemen komen met wolftonen: Als het instrument in de eerste (=sterkste) modus resoneert met een snaartilling dan is de snaar snel uitgetrild. Bovendien klinkt het hard en vals. De beschikbare energie - van je snaaraanslag - wordt ahw in korte tijd opgemaakt.
Dus, niet alleen bas /cello-bouwers moeten er rekening mee houden deze eerste resonantiemodus niet in de hun bereik te krijgen, ook bouwers van 'gewone gitaren' die een 'lange' hals willen moeten er voor zorgen dat het instrument niet te sterk gaat resoneren. Bij 'gewone elektrische gitaren' zoals lp's, strats en tele's zul je hier niet zo snel last mee krijgen omdat als bij deze korte lengte het halshout in de eerste modus zòu resoneren het relatief toch best stijf is (kleine uitwijking) en dus weinig energie op zal slurpen. Bij een basgitaar of neck-through zou ik er niet zomaar van uitgaan dat 'jaarringen haaks op de toets' per definitie beter is omdat het - samen met andere andere parameters- de hals tè stijf kan maken zodat de eerste modus te hoog ligt en kan resoneren met een snaartilling. Je kunt het dus globaler bekijken: De nerfrichting is naast halsdikte, houtsoort, lengte, (kortom dichtheid, stijfheid, vorm) gewoon een factor waar je mee kunt spelen, als je het doel -werken naar een bepaalde klankkleur èn vermijden van wolftonen- maar niet uit het oog/oor verliest.
Als laatste wil ik nog even opmerken dat sterkte, stabiliteit en stijfheid verschillende begrippen/grootheden zijn; meer stijfheid betekent niet automatisch dat iets stabieler of sterker wordt (denk aan wolkenkrabbers, tui-bruggen, grassprieten, snaren, halzen...)

Mattia
8 juni 2005, 15:46
Mijn uitgangspunt: Ik zou in geval van een 'gewone gitaar' altijd proberen te zorgen dat de resonantiepiek van de eerste modus van het totale instrument niet boven pakweg 70 Hz uitkomt, want het nootbereik van een gitaar begint (meestal ) bij 82 Hz, de lage E. Zou je de hals te stijf maken (bijv jaarringen haaks op toets in combinatie met andere factoren), dan verhoog je deze eerste modus en dan kan ie wel eens in je toonbereik komen. Het ligt aan de houtsoort, halsdoorsnede en 'vrije lengte' etc of dit een grote of kleine uitwijking van de hals geeft en dus of dit veel of weinig energie opslurpt. Bij bijv een les paul model loopt het dunne gedeelte van de hals eigenlijk maar tot de 14-15de fret (strat +- 16de). Als je een neck trough gaat maken die tot de 20ste fret 'dun' is kun je -naast sterkteproblemen- in de problemen komen met wolftonen: Als het instrument in de eerste (=sterkste) modus resoneert met een snaartilling dan is de snaar snel uitgetrild. Bovendien klinkt het hard en vals. De beschikbare energie - van je snaaraanslag - wordt ahw in korte tijd opgemaakt.
Dus, niet alleen bas /cello-bouwers moeten er rekening mee houden deze eerste resonantiemodus niet in de hun bereik te krijgen, ook bouwers van 'gewone gitaren' die een 'lange' hals willen moeten er voor zorgen dat het instrument niet te sterk gaat resoneren. Bij 'gewone elektrische gitaren' zoals lp's, strats en tele's zul je hier niet zo snel last mee krijgen omdat als bij deze korte lengte het halshout in de eerste modus zòu resoneren het relatief toch best stijf is (kleine uitwijking) en dus weinig energie op zal slurpen. Bij een basgitaar of neck-through zou ik er niet zomaar van uitgaan dat 'jaarringen haaks op de toets' per definitie beter is omdat het - samen met andere andere parameters- de hals tè stijf kan maken zodat de eerste modus te hoog ligt en kan resoneren met een snaartilling. Je kunt het dus globaler bekijken: De nerfrichting is naast halsdikte, houtsoort, lengte, (kortom dichtheid, stijfheid, vorm) gewoon een factor waar je mee kunt spelen, als je het doel -werken naar een bepaalde klankkleur èn vermijden van wolftonen- maar niet uit het oog/oor verliest.
Als laatste wil ik nog even opmerken dat sterkte, stabiliteit en stijfheid verschillende begrippen/grootheden zijn; meer stijfheid betekent niet automatisch dat iets stabieler of sterker wordt (denk aan wolkenkrabbers, tui-bruggen, grassprieten, snaren, halzen...)

Ik ben het met je eens dat je niet op de lijmverbinding alleen moet letten; het design moet wel een beetje deugen. Enigste punt is dat velen zich onnodig veel zorgen maken over de sterkte van een lijmverbinding; als de oppervlaktes goed op elkaar aansluiten, is er geen probleem.

Vraag: hoe meet je die A1 (heet toch zo? Eerste modulus) van een gehele electrische gitaar? Free plate tuning voor akoestische gitaren en dergelijke, daar kan ik nog wel redelijk wat mee, maar echt meten bij electrische gitaren, daar heb ik eigenlijk geen tot zeer weinig data over gezien. Zelfs bij akoestische gitaren is de info over het effect van de hals wetenschappelijk minimaal tot niet onderbouwd. Dat er een lichtelijk effect is geloof ik best, maar dat heeft vaak net zoveel met massa te maken als met stijfheid, dacht ik zo.

De reden voor kwartiers hout is eigenlijk weinig meer dan stabiliteit; kwartiers hout trekt minder gauw krom, in de zin van 'cupping', dan dosse gezaagd hout. Qua stijfheid is er vaak (afhankelijk van de houtsoort) nauwelijks verschil in de 'cross-grain' richting tussen flatsawn en quartersawn (zeker bij Maple waar, en ik dacht ook bij Mahonie het geval, maargoed, Mahonie is ook een bijzonder stabiele houtsoort), het kwartierse hout is veel stabieler. Dus, kwartiers -> stabiliteit.

Ik gebruik altijd CF rods in m'n halzen, als simpele 'insurance'. Ze zijn relatief stijf, maar houden vooral zeer goed hun vorm, en zijn egaal van stijfheid. Ze helpen een hals te 'egaliseren', zou ik zeggen, en dat vind ik ook terug in de opinios van veel (ook wetenschappelijk ingestelde) bouwers; je elimineert 'dode plekken'. Die additionele stijfte maakt 't mijns inziens wat minder makkelijk voor de hals om veel energie op te 'slurpen', omdat deze niet makkelijk in beweging wordt gebracht door de snaren. CF biedt naast stijfheid ook additionele stabiliteit. Wolf tones, zoals ik ze begrijp, zijn bijna altijd een gevolg van interactie met de pickups (iets te hoog, etc.) bij een electrische gitaar, en bij een akoestische bijna altijd het gevolg van klankkast tuning, niet echt hals tuning (de A1 mode van de meeste gitaren ligt rond F#-G op de lage E; sommigen denken dat er een soort 'bass-reflex' couple is tussen achterblad en bovenblad dat de laagste noten versterkt, maar vooral dat boven en achterblad vooral niet tot dezelfde A1 frequentie moeten hebben; anders krijg je echt een bass reflex met versterking van een bepaalde toon. Zoiets, in ieder geval).

Een zwakker punt vind ik vaak de headstock transitie, die vooral bij een Gibson-achtige, zonder volute, nogal 'los' kan zijn, weinig stijf, zeer dun, zeer flexibel, en er trekt best wel wat kracht op. Vandaar dat ik een scarf joint prefereer, met een volute erbij. Geeft stijfheid en stabiliteit.

nickbongers
8 juni 2005, 17:03
nou kijk, de verbinding die ik bedoel is deze:

http://members.chello.nl/r.bongers7/naamloos.JPG

is dit sterk genoeg?


dit is mijn balk

http://members.chello.nl/r.bongers7/nerfbalk.JPG

bovenkant nek op groen of blauw?

Mattia
8 juni 2005, 17:55
Moet in principe wel oke zijn, alleen bedenk wel dat de 'hals' nu wat langer is geworden. Het stuk dat 'vrij' zweeft. Waar je ook aan moet denken is de positie van de neck pickup, die vooral zo'n neck joint enorm kan verzwakken (denk Gibson SG of Les Paul Jr.).

Ik zou de hals met blauw als toetskant. Maar dan de blauwe kant die je niet hebt ingekleurd (wat blauw is als achterkant van de hals gebruiken).

MattijsL
8 juni 2005, 23:07
---"Vraag: hoe meet je die A1 (heet toch zo? Eerste modulus) van een gehele electrische gitaar?"-----
Aha, meten is weten.... ;-)
die zou je eventueel precies kunnen meten met laserinterferentie, maar je zult eerst het hele instrument inmekaar moeten zetten afmonteren en bespannen voordat je er precies achter komt of er dode plekken zijn, dat is namelijk de beste manier om het te meten... Dan kun je 'm dus net zo goed inpluggen en een fourier analyse doen.. Allermakkelijkste is gewoon bespelen en luisteren natuurlijk.
Tijdens de bouw:
Een minder secure manier maar een goede indicatie is de hals aan de body bevestigen en dan bij de halskop 'losjes hangend' vasthouden en dan met de muis van je duim op de hals-body vebinding 'dreunen' en tegelijk luisteren. De toon die je dan hoort zal nog ietsje veranderen door door de bespanning met snaren etc, maar de indicatie is vrij nauwkeurig. Tijdens het shapen van de hals kun je dus steeds controleren hoe het er mee staat.
Bij een akoestische gitaar kun je ongeveer hetzelfde doen, alleen geef je hier een soort van karateklap met de rug van de hand in de hoek van de halshiel. Luisteren kun je het beste doen aan het bovenste stukje van de halskop.

----"Zelfs bij akoestische gitaren is de info over het effect van de hals wetenschappelijk minimaal tot niet onderbouwd." ------
Ik denk dat het verschijnsel te simpel is voor een universitaire studie. De wetenschappelijke onderbouwing kun je vinden in de klassieke mechanica bij resonantie; info genoeg. Zelf zul je - ook zonder wetenschappelijke onderbouwing - uiteraard al wel weten dat een mahonie hals echt heel anders klinkt dan een esdoorn hals.

----"free plate tuning"-----
tja, daar heb ik een paar jaar terug al eens een geanimeerde discussie over gehad met ene Al Carruth op mimf (de man die pleit voor free plate tuning). De m.i. foute veronderstelling in zijn theorie was "the edge returns the wave" wat gewoon echt niet waar is in het geval van free plate tuning. Als gevolg hiervan viel heel zijn theorie in elkaar als een kaartenhuis, maar goed, blijkbaar ben je op zijn hand... dat zijn methode in de praktijk wel werkt komt ergens anders door:
Bij het tunen kijk je vnl naar de eerste modus T(1,1) die min of meer een gesloten ring zou moeten vormen, tot zover waren we het wel eens. Er zit (voor mij althans) een redelijke logica in het idee dat als de eerste modus wordt verkregen je de hogeren ook wel min of meer zult krijgen; een blad is eigenlijk niet meer dan een meerdimensionele snaar: als je in alle richtingen het blad in de eerste modus hebt (dwz 'de ring') dan 'zal de rest ook wel goed komen'. Dit houdt namelijk in dat de geluidssnelheid in alle richtingen zodanig is dat er een gesloten ring ontstaat.
Het m.i. onnutte van free-plate tuning is dat als je het bovenblad aan de zijkanten lijmt je _de_ stijfheid_ in_ het_ blad_ NIET_ op_ alle_ plekken_ evenveel_ verandert_! Hiermee verander je ook plaatselijk de geluidssnelheid en dus de vorm van de ring. Je kunt dus inderdaad free plate tunen, maar dan moet je als je de zijkanten en brug hebt bevestigd nog een keer tunen.

--------"Dat er een lichtelijk effect is geloof ik best, maar dat heeft vaak net zoveel met massa te maken als met stijfheid, dacht ik zo." -------------
Uiteraard, want massa en stijfheid hebben een tegengesteld effect op de resonantiefrequentie. Vergeet vooral de vorm niet, want deze heeft ook een behoorlijk effect. De gebruikelijke remedie tegen wolftonen is dan ook het met lood verzwaren van de hals, wat bij cello's nogal eens gebeurt. Jij kiest voor het verstijven wat de frequentie verhoogt, maar je mikt voornamelijk op het effect dat door de hogere stijfheid de resonantie geen kans krijgt / gesmoord wordt. Bij een korte hals kan dat, naarmate je een langere hals kiest zal deze oplossing steeds minder goed werken.

---"Qua stijfheid is er vaak (afhankelijk van de houtsoort) nauwelijks verschil in de 'cross-grain' richting tussen flatsawn en quartersawn (zeker bij Maple waar, en ik dacht ook bij Mahonie het geval, maargoed, Mahonie is ook een bijzonder stabiele houtsoort), ..."----

hier zijn de cijfers:
In "mechanical properties of wood" table 4-2 staat voor sugar maple: P rl =0,065 P tl=0,037
De poisson's ratio is de verhouding tussen transversale en axiale rek, waarbij de eerste letter (hier r of t) de richting van de belasting aangeeft. r=radiaal (haaks op kwartiers), l = longitudinaal t = tangentiaal (kwartiers). Bij een radiale belasting is de rekverhouding 65/37 =1,75 keer zo groot als bij een 'kwartierse belasting', maw: bij gelijke belasting zal de kwartiers-gezaagde hals met de jaarringen haaks op de toets een stuk minder doorbuigen/ stijver zijn. (essen.059/.051 linden .034/.022 berk .043/.024 walnoot .052/.035)
Voor sipo en honduras mahonie maakt het niet uit in welke richting je buigt. Mahonie heeft nogal eens een kruisdraad (spiraalgroei) waardoor het maar de vraag is wat nou eigenlijk gemeten wordt.

-------"Wolf tones, zoals ik ze begrijp, zijn bijna altijd een gevolg van interactie met de pickups (iets te hoog, etc.) bij een electrische gitaar." --------
Dat heeft niks met wolftonen te maken. Een wolftoon is een 'gespleten resonantie'.

---"en bij een akoestische bijna altijd het gevolg van klankkast tuning, niet echt hals tuning". --------
Tja , dat argument heb ik vaker gehoord maar: De koppeling van het luchtvolume in de klanklast met deze eerste topmode T(1,1) is juist gewenst omdat deze volume -rendement levert! De wolftoon die ontstaat als de snaar met het hele instrument koppelt is van een hele ander orde omdat deze het verkeerde soort rendement heeft.

---- "sommigen denken dat er een soort 'bass-reflex' couple is tussen achterblad en bovenblad dat de laagste noten versterkt, maar vooral dat boven en achterblad vooral niet tot dezelfde A1 frequentie moeten hebben; anders krijg je echt een bass reflex met versterking van een bepaalde toon. Zoiets, in ieder geval"--------

Waar het bij een bouwen van een akoestische gtr in het algemeen om gaat is dat je er voor moet zorgen dat het instrument de energie van de aanslag zo mooi mogelijk verdeelt over de frequenties en de tijd. Alles wat uitgaande van deze regel 'verkeerd rendement' levert moet je proberen te vermijden (ook bij het bespelen overigens). Sommige mensen vinden veel basrespons juist mooi.
Dit vind je misschien interessant:

http://www.studia-instrumentorum.de/MUSEUM/WEISSGERBER/Frequenzkurven/4768_fk.png

Mattia
9 juni 2005, 01:29
Tijdens de bouw:
Een minder secure manier maar een goede indicatie is de hals aan de body bevestigen en dan bij de halskop 'losjes hangend' vasthouden en dan met de muis van je duim op de hals-body vebinding 'dreunen' en tegelijk luisteren. De toon die je dan hoort zal nog ietsje veranderen door door de bespanning met snaren etc, maar de indicatie is vrij nauwkeurig. Tijdens het shapen van de hals kun je dus steeds controleren hoe het er mee staat.


Ah, oke. Maar dan zou je, bij een bolt-on, de gitaar wel eerst in elkaar moeten zetten, en de body moet op dat moment redelijk 'af' zijn (voor strats, bijvoorbeeld, veranderd er relatief veel nadat je de control en trem cavities gefreesd hebts. Bij Teles aanzienlijk minder). Ik neem aan dat 'gewoon' kloppen op de hals zelf van minder belang is, of tenminste dat het moeilijker in verband kan worden gebracht met het geheel, zeg maar.


Bij een akoestische gitaar kun je ongeveer hetzelfde doen, alleen geef je hier een soort van karateklap met de rug van de hand in de hoek van de halshiel. Luisteren kun je het beste doen aan het bovenste stukje van de halskop.

Je bedoelt dus van opzij, begrijp ik? Verbinding body/hals, zeg maar.


----"Zelfs bij akoestische gitaren is de info over het effect van de hals wetenschappelijk minimaal tot niet onderbouwd." ------
Ik denk dat het verschijnsel te simpel is voor een universitaire studie. De wetenschappelijke onderbouwing kun je vinden in de klassieke mechanica bij resonantie; info genoeg. Zelf zul je - ook zonder wetenschappelijke onderbouwing - uiteraard al wel weten dat een mahonie hals echt heel anders klinkt dan een esdoorn hals.

Oh, zekers. Ik geloof ook wel dat het een effect heeft, intuitief ook, maar ik bedoel maar dat de akoestiek van akoestische gitaren eigenlijk maar slecht wordt begrepen; of beter, er zijn veel verschillende modellen die allemaal bruikbare aspecten hebben, maar die lang niet altijd met elkaar overeenkomen. Wat mij interesseert is onafhankelijk van houtsoort (die je kunt gebruiken om je klank te kleuren, alhoewel ik geloof dat je constructiekeuzes toch het belangrijkste zijn) te weten te komen wat voor effecten iets heeft. Klassieke mechanika helpt alleen beperkt omdat het complete model onduidelijk is, denk ik. En dan is ook de vraag: wat voor klanken wil je horen?


tja, daar heb ik een paar jaar terug al eens een geanimeerde discussie over gehad met ene Al Carruth op mimf (de man die pleit voor free plate tuning). De m.i. foute veronderstelling in zijn theorie was "the edge returns the wave" wat gewoon echt niet waar is in het geval van free plate tuning. Als gevolg hiervan viel heel zijn theorie in elkaar als een kaartenhuis, maar goed, blijkbaar ben je op zijn hand... dat zijn methode in de praktijk wel werkt komt ergens anders door:...<knip>...
Het m.i. onnutte van free-plate tuning is dat als je het bovenblad aan de zijkanten lijmt je _de_ stijfheid_ in_ het_ blad_ NIET_ op_ alle_ plekken_ evenveel_ verandert_! Hiermee verander je ook plaatselijk de geluidssnelheid en dus de vorm van de ring. Je kunt dus inderdaad free plate tunen, maar dan moet je als je de zijkanten en brug hebt bevestigd nog een keer tunen.

Oh, maar dat geeft 'ie ook zelf toe, zo tegenwordig, en hij sleutelt steeds verder aan het 'hoe' en 'waarom'. Staat ook deels in z'n artikel (GAL Big Red Book #3); z'n free plate tuning doet ie, dacht ik, met de brug erop, al zij het tijdelijk op z'n plek gezet. Wat ik ervan begrijp is dat het free plate tunen je kan laten zien hoe de balans tussen stijfheid van het stuk hout, en je balken zit. Symmetrie laat een wat meer egale distributie zien, dus een gesloten ring. Nadat de 'plate' op de rims is vastgezet is het moeilijk (volgens zijn bevindingen) om de modes 'makkelijk' te zien, jusit omdat de stijfheid op verschillende plaatsen is verandert ('t is immers geen cirkel, zo'n boven of achterblad). De patterns zijn dus minder bruikbaar als 'tuning hulpje', maar hij (en anderen) lijken wel een correlatie tussen de vormen en geluid te zien. Het is goedkoop om te doen, dus ik ga 't wel proberen voor de volgende 3 gitaren. Kijken of ik er wat mee kan. Wat er dan nog wel getuned wordt is de A1 frequentie van bovenblad en achterblad.


Uiteraard, want massa en stijfheid hebben een tegengesteld effect op de resonantiefrequentie. Vergeet vooral de vorm niet, want deze heeft ook een behoorlijk effect. De gebruikelijke remedie tegen wolftonen is dan ook het met lood verzwaren van de hals, wat bij cello's nogal eens gebeurt. Jij kiest voor het verstijven wat de frequentie verhoogt, maar je mikt voornamelijk op het effect dat door de hogere stijfheid de resonantie geen kans krijgt / gesmoord wordt. Bij een korte hals kan dat, naarmate je een langere hals kiest zal deze oplossing steeds minder goed werken.

Hoe zit dat dan bij basgitaren? Daar vind ik het juist van belang dat de (lange) hals extra versteveging krijgt, vooral omdat deze onder veel spanning staat, en vaak niet veel groter is dan een gitaarhals. Laminaties en CF rods lijken me ook hier een goed idee.


-------"Wolf tones, zoals ik ze begrijp, zijn bijna altijd een gevolg van interactie met de pickups (iets te hoog, etc.) bij een electrische gitaar." --------
Dat heeft niks met wolftonen te maken. Een wolftoon is een 'gespleten resonantie'.

Ah. Oke. Dus 'Wolftone' in de zin dat het gebruikt wordt in de strijkisntrumentwereld. Want de 'klassieke' electrische-gitarist-bekende 'wolf tone' heeft eerder te maken met pickups die te dicht bij de snaar zitten.


Tja , dat argument heb ik vaker gehoord maar: De koppeling van het luchtvolume in de klanklast met deze eerste topmode T(1,1) is juist gewenst omdat deze volume -rendement levert! De wolftoon die ontstaat als de snaar met het hele instrument koppelt is van een hele ander orde omdat deze het verkeerde soort rendement heeft.

Of omdat het rendement voor een snaar, of liever noot, luider is dan voor anderen. Dat is de reden voor de beoogde discrepantie tussen bovenblad en achterblad, voorzover ik het begrijp. Maar de vraag blijft: bij wolftonen op een gitaar is het toch meestal de klankkast, niet de halsresonantie, die de boosdoener is?


Waar het bij een bouwen van een akoestische gtr in het algemeen om gaat is dat je er voor moet zorgen dat het instrument de energie van de aanslag zo mooi mogelijk verdeelt over de frequenties en de tijd. Alles wat uitgaande van deze regel 'verkeerd rendement' levert moet je proberen te vermijden (ook bij het bespelen overigens). Sommige mensen vinden veel basrespons juist mooi.
Dit vind je misschien interessant:
http://www.studia-instrumentorum.de/MUSEUM/WEISSGERBER/Frequenzkurven/4768_fk.png

Bedankt! Gaat in m'n lees mapje, nog meer interessant leesvoer.

Ik probeer een beetje grip op de wetenschappelijke onderbouwing van gitaarbouw te krijgen, maar het blijft geen simpele taak; de basis natuurkundige wetten zijn dan wel beschreven, maargoed, dan zitten we te klooien met een complex gevormd instrument uit verschillende houtsoorten die elk hun effect uitoefenen, en zonder eenduidig model (lees: waar iedereen het over eens is) voor hoe het nou precies werkt. Heeft waarschijnlijk ook deels te maken met het feit dat er bij de (staalsnarige) gitaar geen vaste 'goede' klank bestaat, waarnaar iedereen streeft. Dat, samen met de massa's verschillende vormen en modellen, maakt het allemaal nog wat ingewikkelder, denk ik zo.

Je hebt me in ieder geval nog wat ideen gegeven, dingen om naar te luisteren/kijken, en nu maar eens een plate tuning apparatusje maken (kijken of dat me helpt), en vooral flink doorbouwen. Kijken of ik er een beetje gevoel voor kan ontwikkelen..

MattijsL
9 juni 2005, 10:50
Ja die grafiekjes zijn mooi, maar jammer is dat er geen grafiekje met frequentieverloop tegen de tijd bij staat.

Dit zijn de twee belangrijkste bronnen voor het natuurkundige werk - die zul je waarschijnlijk al wel hebben-, maar misschien anderen op deze site nog niet:
http://www.jmdl.com/howard/thesis.html
Het model dat hij beschrijft is een goed handvat, maar omdat het is geschreven in een tijd dat de computers nog niet zo sterk waren zijn wat simplificaties doorgevoerd, voor mij niet storend. De basis staat wel en zijn methode om aan de hand van een testpanel de klankkwaliteit te beoordelen is ook best bruikbare informatie.
http://www.speech.kth.se/music/acviguit4/
spreekt voor zich
Enige natuurkundige /wiskundige achtergrond is wel nodig als je het wilt kunnen volgen, ze gaan er beiden van uit dat je een behoorlijke bagage aan achtergrondkennis hebt.

Verder kun je op het internet van alles vinden over:

Geluid algemeen:
- grondtoon en boventonen, fourier analyse/opbouw
- toonopbouw: - attack
- decay
(- sustain)
- release
Met name van belang omdat bij een gitaar de energie moet worden uitgesmeerd. Grappige is dat - terwijl gitaristen het altijd over 'sustain' hebben- dat nou net de enige van de 4 fases is die bij een gitaar niet voorkomt (sustainer /E-bow niet meegerekend). Decay en release zijn bij een gitaar dus eigenlijk 2 namen voor hetzelfde 'stukje'. Wikipedia geeft een vrij goede uitleg.
De decay/release fase is waar het voor gitaren interessant wordt. Als je dit combineert met de werking van het bovenblad dan begrijp je ook meer over het stemmen van het bovenblad en waarom je er met alleen een ring nog niet bent: als het blad veel te slap is zal een groot gedeelte van de energie al opgaan in de (bij snaar en blad niet in frequentie gedefinieerde) attackfase, dus zal er minder energie overblijven voor de rest van de klankduur, het zgn openen van de klank.
sterker nog: bij een gitaar stijgt na de attack en een korte decay-fase het volume als het goed is nog even, juist vanwege het dit 'openen'. Dit komt door schommelingen in de verhouding tussen potentiele en kinetische energie; niet alle onderdelen (hout en lucht) resoneren op hetzelfde moment even hard omdat de 'energie wordt uitgesmeerd'. Uiteraard is ook de speeltechniek van groot belang.

Geluid en materiaal:
- Massa
- stijfheid
- weerstand (demping/resonatie)
- geluidssnelheid
- chladnipatronen

Geluid en de luisteraar:
- gewogen stemming, afwijkingen (harmonischen, beats, roughness etc)
- Fletcher munson
- masking
- esthetiek (wat ìs een mooie klank), zoek op timbre, roughness, klankkleur etc

etc etc etc

etc etc

etc

Mattia
9 juni 2005, 10:58
Dit zijn de twee belangrijkste bronnen voor het natuurkundige werk - die zul je waarschijnlijk al wel hebben-, maar misschien anderen op deze site nog niet:
http://www.jmdl.com/howard/thesis.html
Het model dat hij beschrijft is een goed handvat, maar omdat het is geschreven in een tijd dat de computers nog niet zo sterk waren zijn wat simplificaties doorgevoerd, voor mij niet storend. De basis staat wel en zijn methode om aan de hand van een testpanel de klankkwaliteit te beoordelen is ook best bruikbare informatie.
http://www.speech.kth.se/music/acviguit4/
spreekt voor zich
Enige natuurkundige /wiskundige achtergrond is wel nodig als je het wilt kunnen volgen, ze gaan er beiden van uit dat je een behoorlijke bagage aan achtergrondkennis hebt.

Bedankt! Die tweede had ik idd al, maar de eerste nog niet. Qua achtergrond..nouja, VWO natuur en wiskunde, dus ik begrijp wel ongeveer waar het over gaat, maar af en toe is het opzoekwerk.