PDA

View Full Version : Gorki (Mia) toonaard analyse



combo
20 oktober 2004, 05:34
De akkoorden zijn:

Am - Asus4 - G - C

F - G - C


Ik gok dat de toonaard Am is. Omdat in die scale geen kruisjes en mollen zitten. Als dat zo is dan gebruikt men hier de onderdominante en de dominante niet...
Of is de toonaard C ?

Please help me out...

Waarom gebruikt men Asus4 nb, is dit voor de trap naar Sol ?

Iced Dragon
20 oktober 2004, 12:01
Asus4 heeft een D, de kwint van G. geeft een soort overgang

Daevren
20 oktober 2004, 15:43
Als het Am was had je ergens een E(m) - Am moeten zien. Als het G was had je ergens een D - G moeten zien, als het F was had je ergens een C - F moeten zien.

We hebben wel een G - C, twee keer zelfs. Dus twee keer wordt C duidelijk aangegeven als tonica.

Dat er een Asus4 in zit maakt opzich niet zoveel uit. Een Asus4 akkoord is hier eigenlijk een Am akkoord dat al een beetje naar G verandert is. De kwint van G, dat is de D is de 4 noot in het Asus4 akkoord.


We hebben dus twee progressies. Beide eindigen op een C akkoord. Dit zelfs dmv een perfecte cadens. Verder zijn alle tonen diatonisch aan C majeur(geen mollen of kruisen). De tweede progressie is zelfs een I-IV-V, samen met de ii-V-I de twee meest voorkomende progressies.

Een beter voorbeeld van een stuk in C majer kan eigenlijk bijna niet.

Maar je kunt ook zelf luisteren, welk akkoord is het rustpunt, het thuishonk?

combo
20 oktober 2004, 20:05
I understand...

Maar als ik uw redenering volg, dan kijk je steeds naar I en V vand e scale. De tonica en de dominante.

Klopt ?

dejohan
21 oktober 2004, 11:42
Nooit geweten dat men over zo'n simpel nummertje zo'n ingewikkelde dingen kon zeggen.

combo
21 oktober 2004, 20:19
nie te arrogant hé maat

Ik wil eens zien hoe jullie analyseren.


Is het goed om te kijken naar welke akkoorden naast mekaar vallen...

F - G - C

Fa en sol liggen hier naast mekaar en zo kan afgeleid worden dat dit C maj is....

Negative K3 fan
21 oktober 2004, 22:49
Nooit geweten dat men over zo'n simpel nummertje zo'n ingewikkelde dingen kon zeggen.

dit is ook niet ingewikkeld, moet je je trouwens eens indenken wat je allemaal niet over ingewikkelde nummers kunt zeggen!

Daevren
22 oktober 2004, 00:24
Een simpel grassprietje in je tuin is eigenlijk ook vreselijk ingewikkeld.

Tegenwoordig schrijft men muziek met behulp van hogere wiskunde.

De relaties met de romeinse cijfers bepaal je door te kijken hoe ver de grondtonen van de akkoorden uit elkaar staan. Maar welk akkoord noem je dan I? Dat is het akkoord gebouwd op de tonica. Welke noot de tonica is daar is net een ander topic over. Uiteindelijk komt het er op neer hoe je als mens de onderlinge relaties hoort. De regels proberen alleen maar te beschrijven hoe de mens het hoort.

De technieken om de tonica te vinden staan dacht ik hier: http://www.gitaarnet.nl/forum/viewtopic.php?t=38382

Maar ik wil het nog wel een keer proberen uit te leggen.

Als je F en G Fa en Sol noemt moet je wel eerst bepalen dat C Do is. Het feit dat ze naast elkaar liggen zegt niet zoveel. Als we de progressie veranderen naar:

F G C F

Dan liggen F en G nog steeds naast elkaar. Maar hier zijn ze geen Fa en Sol. Hier is het Do en Re. De progressie is te vergelijken met.

C D G C

Welke bijna hetzelfde is als:

C Dm G C.

En dat was ons andere veel voorkomende voorbeeld. ii-V-I. (of Re Sol Do)

Het I-II-V-I voorbeeld is niet totaal diatonic. De Re/tweede trap heeft normaal een mineurdrieklank. Maar hier hebben we de Re trap majeur gemaakt. Zo lost hij sterker op naar de Sol trap. Die weer sterk oplost naar Do.

V-I relaties zijn dus erg belangrijk. (ik gebruik hoofdletters voor majeur en kleine voor mineur.) Dus twee majeurdrieklanken achter elkaar welke een kwint daalt. Er zijn in een toonsoort wel meer akkoorden die een kwint dalen, maar er is er maar eentje met twee majeurdrieklanken. Akkoordenprogressies met grondtonen die een kwint dalen hebben een sterke beweging. In C majeur zijn ze allemaal achter elkaar: IV-vii-iii-vi-ii-V-I.

Dus als je akkoorden ziet die onderling een V-I relatie hebben weet je dat die belangrijk is. Of de I is zelf een V van een ander akkoord, of de I is (op dat moment) de tonicatrap.

Ok, dit klinkt misschien ingewikkeld, maar als je dit soort romeinsecijferanalyse vaker doet wordt het steeds makkelijker. Als je een uitdaging wil pak(download?) dan een jazz realboek en pak er een nummer uit en probeer een analyse te maken op basis van romeinse cijfers. Let er dan wel op dat het steeds korte stukken in verschillende toonsoorten zijn.

Op een gegeven moment wordt het gewoon tweede natuur. Trouwens is dit soort analyse niet alles. Het is redelijk beperkt. En je kunt je afvragen of analyse voor jouw sowiezo wel nuttig is.

Maar heb je echte interesse in muziek dan is het zeker zeer nuttig te leren. Het is de meest gebruikte methode muziek te analyseren.