dml
11 september 2008, 17:45
EGNATER Tourmaster 4100 head + Egnater 4x12” speakerkast, deel I
Intro
Zoals zoveel versterkerbouwers begon Bruce Egnater ruim 30 jaar geleden in Detroit met een klein reparatiewinkeltje voor gitaren en versterkers. Naast het repareren van versterkers begon Bruce ook zelf te experimenteren met weerstanden en condensators te vervangen in bestaande versterkers en al snel begon hij zelf een twee kanaals versterker te bouwen met een aparte toonregeling voor elk kanaal, wat in die tijd behoorlijk ongebruikelijk was. Een aantal jaar geleden zette Egnater de stap om onder eigen naam met een versterkerlijn op de markt te komen. En sinds dit jaar is die lijn uitgebreid met de (zeer betaalbare) Tourmaster-serie. In deze review behandel ik de 100 watt versterkertop, welke de naam Tourmaster 4100 draagt, samen met de bijpassende 4x12” speakercab.
Constructie
Op het eerste gezicht valt de enorme hoeveelheid draaiknoppen aan de voorkant van de versterker op. Daarbij moet gezegd worden dat het om een vierkanaals versterker gaat, en elk kanaal heeft zijn eigen toonregeling. Elk kanaal is qua lay-out identiek en heeft van links naar rechts draairegelaars voor Volume, Contour, Treble, Middle, Bass en Gain, waarbij Volume staat voor het eindvolume van het betreffende kanaal. Wat betreft toonregeling niets nieuws onder de zon. Blijft echter de Contour-regelaar wel over. Deze is per kanaal middels een drukknop inschakelbaar en werkt als een extra toonregeling op een breed middengebied. Verder heeft elk kanaal ook nog een schakelaar waarmee je kan kiezen tussen Modern en Vintage, wat slaat op de “voicing” van het kanaal. Wat de benaming doet vermoeden, is waar. Op standje Modern klinkt de Tourmaster modern, met behoorlijk wat laag en hoog en op standje Vintage klinkt hij wat ouderwetser, meer rock’n’roll, maar hierover later meer.
Links van de kanalen vindt je het Master-deel met draaiknoppen voor Volume, Reverb, Density en Presence. De eerste twee zijn duidelijk, en wat Presence doet in het hoge frequentiebereik van de versterker, doet Density in het lage frequentiebereik. Hierdoor is het mogelijk om op een laag volume ook een zeer acceptabel en stevig geluid te produceren. En verder natuurlijk nog de gebruikelijke schakelaars voor aan/ uit en stand-by en twee gitaaringangen, high en low. Je mag zelf bepalen welke ingang jij gebruikt, wat voor jou het lekkerste klinkt.
En dan naar de achterzijde die wellicht nog het meest interessant is. Van links naar rechts vindt je:
een effectenlus welke schakelbaar is tussen serieel en parallel, zowel de send als de return heeft een Level-regelaar. Maak je gebruik van de optie parallel, dan wordt de bijbehorende Level-regelaar een mixregelaar die de verhouding tussen droog en effectsignaal regelt. Deze effectenlus is naar keuze te gebruiken middels de bijgeleverde footswitch, standaard aan op alle kanalen, alleen op kanaal 1 en 2 of alleen op kanaal 3 en 4. Daarnaast een aansluiting voor de footswitch. En daarnaast de zogenaamde Power Grid, een vijftal schakelaars waarmee je per kanaal het uitgangsvermogen kan instellen op 100, 50 of 20 watt. Met de laatste schakelaar kun je het totale vermogen van de versterker ineens halveren, waardoor je per kanaal waardes krijgt van 50, 25 of 10 watt. Het is dus mogelijk om bijv. kanaal 1 te voorzien van flink wat eindbuisoversturing met de Power Grid op 20 watt en direct overschakelt naar kanaal 4 op vol vermogen. Deze verlaging van het vermogen werkt niet volgens het triode/ pentode-principe maar middels extra vertakkingen op de uitgangstrafo. Je kan je wel voorstellen dat dit de versterker zeer flexibel inzetbaar maakt. Om het volume/ vermogen te verlagen is het bij de Tourmaster dus niet nodig eindbuizen te verwijderen of zoiets als een powersoak/ hotplate te gebruiken. Naast de Power Grid een regelbare Record uitgang, het signaal hiervan kun je rechtstreeks naar bijvoorbeeld een mixer sturen en het simuleert het geluid van een 12” speaker met een microfoon ervoor. Naast deze uitgang een punt om de ruststroom van de eindbuizen in te stellen, ook wel Tube Biasing genaamd. Gewapend met een multimeter kun je zelf de bias instellen, bijvoorbeeld als je de Tourmaster voorzien hebt van nieuwe (eind)buizen. Hoe het werkt, staat duidelijk beschreven in de meegeleverde handleiding. En natuurlijk is ook voorzien in een tweetal uitgangen voor één of meerdere luidsprekerkasten waarbij je kan kiezen tussen 4, 8 en 16 ohm. De hekkensluiter van de achterzijde is natuurlijk de aansluiting voor het netsnoer.
Het innerlijk van de Tourmaster is voorzien van niet minder dan vier 5881 eindversterkerbuizen en acht 12AX7 voorversterkerbuizen. Niet geheel onbelangrijk: zowel de effectenlus als de ingebouwde reverb zijn gebufferd met een buisje om de dynamiek en puurheid van het signaal zo min mogelijk aan te tasten. De buizen zijn geselecteerd door Groove Tubes, ook niet de eerste de beste!!
Het geheel wordt omlijst door een multiplex behuizing welke smaakvol voorzien is van twee kleuren tolex. De zijkanten zijn zwart en de boven- en onderkant crème. In combinatie met de crème draaiknoppen geeft het de versterker in ieder geval wel een chique uitstraling.
De 4x12” kast is van het bekende formaat en is standaard voorzien van vier Celestion Vintage 30 speakers wat betekent dat je de kast met zeker 240 watt kan belasten. Aan de achterkant natuurlijk een aansluitpaneeltje met drie aansluitingen, waarbij je kan kiezen uit 4 ohm mono, 16 ohm mono of twee keer 8 ohm (stereo). Naar eigen zeggen is het paneeltje gepatenteerd. De hoeken zijn voorzien van zwarte metalen stoothoeken. Standaard wordt de kast geleverd met vier afneembare wielen. Deze wielen hebben een eigen bodemplaat die middels een vernuftig mechanisme onder de kast geschoven kunnen worden. Als je bekend bent met de wielen van Mesa/ Boogie of Bogner, dan komt dit systeem je bekend voor, het werkt eender. De kast is gemaakt van 18 mm berken multiplex en een metalen handvat siert elke zijde. Natuurlijk is ook de kast voorzien van tolex in de twee smaakvolle tinten crème en zwart. Het luidsprekerdoek is peper-en-zout-kleurig. De kast is verkrijgbaar in een rechte en een buik variant.
Vanwege het maximaal aantal karakters dat in een post te plaatsen is, volgt hieronder deel II van de REVIEW.
Intro
Zoals zoveel versterkerbouwers begon Bruce Egnater ruim 30 jaar geleden in Detroit met een klein reparatiewinkeltje voor gitaren en versterkers. Naast het repareren van versterkers begon Bruce ook zelf te experimenteren met weerstanden en condensators te vervangen in bestaande versterkers en al snel begon hij zelf een twee kanaals versterker te bouwen met een aparte toonregeling voor elk kanaal, wat in die tijd behoorlijk ongebruikelijk was. Een aantal jaar geleden zette Egnater de stap om onder eigen naam met een versterkerlijn op de markt te komen. En sinds dit jaar is die lijn uitgebreid met de (zeer betaalbare) Tourmaster-serie. In deze review behandel ik de 100 watt versterkertop, welke de naam Tourmaster 4100 draagt, samen met de bijpassende 4x12” speakercab.
Constructie
Op het eerste gezicht valt de enorme hoeveelheid draaiknoppen aan de voorkant van de versterker op. Daarbij moet gezegd worden dat het om een vierkanaals versterker gaat, en elk kanaal heeft zijn eigen toonregeling. Elk kanaal is qua lay-out identiek en heeft van links naar rechts draairegelaars voor Volume, Contour, Treble, Middle, Bass en Gain, waarbij Volume staat voor het eindvolume van het betreffende kanaal. Wat betreft toonregeling niets nieuws onder de zon. Blijft echter de Contour-regelaar wel over. Deze is per kanaal middels een drukknop inschakelbaar en werkt als een extra toonregeling op een breed middengebied. Verder heeft elk kanaal ook nog een schakelaar waarmee je kan kiezen tussen Modern en Vintage, wat slaat op de “voicing” van het kanaal. Wat de benaming doet vermoeden, is waar. Op standje Modern klinkt de Tourmaster modern, met behoorlijk wat laag en hoog en op standje Vintage klinkt hij wat ouderwetser, meer rock’n’roll, maar hierover later meer.
Links van de kanalen vindt je het Master-deel met draaiknoppen voor Volume, Reverb, Density en Presence. De eerste twee zijn duidelijk, en wat Presence doet in het hoge frequentiebereik van de versterker, doet Density in het lage frequentiebereik. Hierdoor is het mogelijk om op een laag volume ook een zeer acceptabel en stevig geluid te produceren. En verder natuurlijk nog de gebruikelijke schakelaars voor aan/ uit en stand-by en twee gitaaringangen, high en low. Je mag zelf bepalen welke ingang jij gebruikt, wat voor jou het lekkerste klinkt.
En dan naar de achterzijde die wellicht nog het meest interessant is. Van links naar rechts vindt je:
een effectenlus welke schakelbaar is tussen serieel en parallel, zowel de send als de return heeft een Level-regelaar. Maak je gebruik van de optie parallel, dan wordt de bijbehorende Level-regelaar een mixregelaar die de verhouding tussen droog en effectsignaal regelt. Deze effectenlus is naar keuze te gebruiken middels de bijgeleverde footswitch, standaard aan op alle kanalen, alleen op kanaal 1 en 2 of alleen op kanaal 3 en 4. Daarnaast een aansluiting voor de footswitch. En daarnaast de zogenaamde Power Grid, een vijftal schakelaars waarmee je per kanaal het uitgangsvermogen kan instellen op 100, 50 of 20 watt. Met de laatste schakelaar kun je het totale vermogen van de versterker ineens halveren, waardoor je per kanaal waardes krijgt van 50, 25 of 10 watt. Het is dus mogelijk om bijv. kanaal 1 te voorzien van flink wat eindbuisoversturing met de Power Grid op 20 watt en direct overschakelt naar kanaal 4 op vol vermogen. Deze verlaging van het vermogen werkt niet volgens het triode/ pentode-principe maar middels extra vertakkingen op de uitgangstrafo. Je kan je wel voorstellen dat dit de versterker zeer flexibel inzetbaar maakt. Om het volume/ vermogen te verlagen is het bij de Tourmaster dus niet nodig eindbuizen te verwijderen of zoiets als een powersoak/ hotplate te gebruiken. Naast de Power Grid een regelbare Record uitgang, het signaal hiervan kun je rechtstreeks naar bijvoorbeeld een mixer sturen en het simuleert het geluid van een 12” speaker met een microfoon ervoor. Naast deze uitgang een punt om de ruststroom van de eindbuizen in te stellen, ook wel Tube Biasing genaamd. Gewapend met een multimeter kun je zelf de bias instellen, bijvoorbeeld als je de Tourmaster voorzien hebt van nieuwe (eind)buizen. Hoe het werkt, staat duidelijk beschreven in de meegeleverde handleiding. En natuurlijk is ook voorzien in een tweetal uitgangen voor één of meerdere luidsprekerkasten waarbij je kan kiezen tussen 4, 8 en 16 ohm. De hekkensluiter van de achterzijde is natuurlijk de aansluiting voor het netsnoer.
Het innerlijk van de Tourmaster is voorzien van niet minder dan vier 5881 eindversterkerbuizen en acht 12AX7 voorversterkerbuizen. Niet geheel onbelangrijk: zowel de effectenlus als de ingebouwde reverb zijn gebufferd met een buisje om de dynamiek en puurheid van het signaal zo min mogelijk aan te tasten. De buizen zijn geselecteerd door Groove Tubes, ook niet de eerste de beste!!
Het geheel wordt omlijst door een multiplex behuizing welke smaakvol voorzien is van twee kleuren tolex. De zijkanten zijn zwart en de boven- en onderkant crème. In combinatie met de crème draaiknoppen geeft het de versterker in ieder geval wel een chique uitstraling.
De 4x12” kast is van het bekende formaat en is standaard voorzien van vier Celestion Vintage 30 speakers wat betekent dat je de kast met zeker 240 watt kan belasten. Aan de achterkant natuurlijk een aansluitpaneeltje met drie aansluitingen, waarbij je kan kiezen uit 4 ohm mono, 16 ohm mono of twee keer 8 ohm (stereo). Naar eigen zeggen is het paneeltje gepatenteerd. De hoeken zijn voorzien van zwarte metalen stoothoeken. Standaard wordt de kast geleverd met vier afneembare wielen. Deze wielen hebben een eigen bodemplaat die middels een vernuftig mechanisme onder de kast geschoven kunnen worden. Als je bekend bent met de wielen van Mesa/ Boogie of Bogner, dan komt dit systeem je bekend voor, het werkt eender. De kast is gemaakt van 18 mm berken multiplex en een metalen handvat siert elke zijde. Natuurlijk is ook de kast voorzien van tolex in de twee smaakvolle tinten crème en zwart. Het luidsprekerdoek is peper-en-zout-kleurig. De kast is verkrijgbaar in een rechte en een buik variant.
Vanwege het maximaal aantal karakters dat in een post te plaatsen is, volgt hieronder deel II van de REVIEW.