-=JEROEN=-
12 november 2007, 14:56
Ik geloof dat ik langzaam dit concept begin te begrijpen.
Ik ga het even helemaal uitwerken, zodat iedereen het een beetje kan volgen http://www.gitaarnet.nl/forum/images/icons/icon12.gif
C majeur
1 2 3 4 5 6 7
c d e f g a b
Trappen:
I = c e g b = Cmaj7
II = d f a c = Dm7
III = e g b d = Em7
IV = f a c e = Fmaj7
V = g b d f = G7
VI = a c e g = Am7
VII = b d f a = Bm7b5 (B half verminderd)
De moll-dur ladder heeft een verlaagde sext (b6), oftewel een mineur toon in een majeur omgeving.
C moll-dur
1 2 3 4 5 b6 7
c d e f g as b
Trappen:
I = c e g b = Cmaj7
IImd = d f as c = Dm7b5
III = e g b d = Em7
IVmd = f as c e = Fm/maj7
V = g b d f = G7
VImd = as c e g = Abmaj7#5 *
VIImd = b d f as = Bdim7
* Bij de VImd wordt ook de 5 verlaagd. Abmaj7#5 wordt dus Abmaj7
Dur-moll werkt waarschijnlijk precies andersom. De sext van de mineur ladder wordt verhoogd. Maar van welke mineur ladder gaan ze uit?
1 2 b3 4 5 6 b7 is dorisch mineur.
1 2 b3 4 5 6 7 is melodisch mineur.
Hier het artikel dat leidde tot deze post:
Mineur-elementen in majeur: Moll-dur ofwel verlaging van de 6e toon in majeur Een andere manier om de diatoniek te verrijken is het gebruiken van mineur-elementen in een majeurtoonsoort of andersom. We hebben dan dus de maken met een vermenging van de toongeslachten.
De meest voorkomende vorm van vermenging is het optreden van de kleine sext uit de mineurtoonsoort in een majeur-omgeving (dus in C groot, toon As). Deze verlaagde toon heeft een sterke dalende leidtoonwerking naar de dominant. Historisch bezien bleef dit 'leentjebuur'-spelen aanvankelijk beperkt tot een enkele toon (i.c. de sext), later werden hele akkoorden in het spel betrokken. In Barok-muziek wordt Moll-dur het meest toegepast in VII7, dat daardoor een verminderd 7-akkoord wordt.
De alteratie van de staat bekend als Moll-dur (md) en kan in verschillende akkoorden voorkomen:
VIImd
De verminderde drieklank op VII (bv. b-d-f) wordt nu een grote drieklank (bes-d-f)
IVmd en IImd
Zeer typerend voor de Romantiek (ca.1800-1900) was de toepassing van de moll-dur sext in de subdominant-trappen; het gaf blijkbaar een wat 'gevoelige', melancholieke kleur. Vergelijk de normale plagale cadens IV - I maar eens met IVmd - I, of het cliché IV - IVmd - I. Een mooi voorbeeld: het slot van Chopins Nocturne op. 32 no. 2 in As-dur (uitgave Paris : Chez Maurice Schlesinger, [1837])
http://www.artezmusictools.nl/aml_new/tonaliteit/img/chopin_nocturne_op32_2.jpg
Alhoewel de oorzaak van dit gebruik dus niet in een grotere dissonantie en een daarmee gepaard gaande grotere oplossingstendens gezocht moet worden, blijft de moll-dur sext ook hier de dalende leidtoon voor de dominanttoon.
VImd
Indien de moll-dur sext als grondtoon voor een akkoord wordt gebruikt, wordt ook hier de ^3 (= de kwint van het akkoord) 'aangepast', d.w.z. verlaagd, zodat het gehele akkoord VI uit mineur wordt gebruikt.
Dus: in C-majeur is VImd as - c - es en niet as - c - e.
IIImd en VIInm.md
Ook hier gaat de vermenging van majeur met mineur veel verder dan de verwisseling van een enkele toon: essentiële eigenschappen van majeur (nl. de grote terts en de leidtoon-septiem) worden ingeruild voor de mineur-equivalenten (nl. de kleine terts en kleine septiem), welke dan als grondtoon van nieuwe akkoorden gaan functioneren.
Evenals VImd zijn ook IIImd en VIInm.md typisch romantische kleurverschijnselen. Dus: in C-majeur is IIImd Es(maj7) en VIInm.md Bes(7).
bron: http://www.artezmusictools.nl/aml_new/tonaliteit/gealtereerde_akkoorden.html
Ik ga het even helemaal uitwerken, zodat iedereen het een beetje kan volgen http://www.gitaarnet.nl/forum/images/icons/icon12.gif
C majeur
1 2 3 4 5 6 7
c d e f g a b
Trappen:
I = c e g b = Cmaj7
II = d f a c = Dm7
III = e g b d = Em7
IV = f a c e = Fmaj7
V = g b d f = G7
VI = a c e g = Am7
VII = b d f a = Bm7b5 (B half verminderd)
De moll-dur ladder heeft een verlaagde sext (b6), oftewel een mineur toon in een majeur omgeving.
C moll-dur
1 2 3 4 5 b6 7
c d e f g as b
Trappen:
I = c e g b = Cmaj7
IImd = d f as c = Dm7b5
III = e g b d = Em7
IVmd = f as c e = Fm/maj7
V = g b d f = G7
VImd = as c e g = Abmaj7#5 *
VIImd = b d f as = Bdim7
* Bij de VImd wordt ook de 5 verlaagd. Abmaj7#5 wordt dus Abmaj7
Dur-moll werkt waarschijnlijk precies andersom. De sext van de mineur ladder wordt verhoogd. Maar van welke mineur ladder gaan ze uit?
1 2 b3 4 5 6 b7 is dorisch mineur.
1 2 b3 4 5 6 7 is melodisch mineur.
Hier het artikel dat leidde tot deze post:
Mineur-elementen in majeur: Moll-dur ofwel verlaging van de 6e toon in majeur Een andere manier om de diatoniek te verrijken is het gebruiken van mineur-elementen in een majeurtoonsoort of andersom. We hebben dan dus de maken met een vermenging van de toongeslachten.
De meest voorkomende vorm van vermenging is het optreden van de kleine sext uit de mineurtoonsoort in een majeur-omgeving (dus in C groot, toon As). Deze verlaagde toon heeft een sterke dalende leidtoonwerking naar de dominant. Historisch bezien bleef dit 'leentjebuur'-spelen aanvankelijk beperkt tot een enkele toon (i.c. de sext), later werden hele akkoorden in het spel betrokken. In Barok-muziek wordt Moll-dur het meest toegepast in VII7, dat daardoor een verminderd 7-akkoord wordt.
De alteratie van de staat bekend als Moll-dur (md) en kan in verschillende akkoorden voorkomen:
VIImd
De verminderde drieklank op VII (bv. b-d-f) wordt nu een grote drieklank (bes-d-f)
IVmd en IImd
Zeer typerend voor de Romantiek (ca.1800-1900) was de toepassing van de moll-dur sext in de subdominant-trappen; het gaf blijkbaar een wat 'gevoelige', melancholieke kleur. Vergelijk de normale plagale cadens IV - I maar eens met IVmd - I, of het cliché IV - IVmd - I. Een mooi voorbeeld: het slot van Chopins Nocturne op. 32 no. 2 in As-dur (uitgave Paris : Chez Maurice Schlesinger, [1837])
http://www.artezmusictools.nl/aml_new/tonaliteit/img/chopin_nocturne_op32_2.jpg
Alhoewel de oorzaak van dit gebruik dus niet in een grotere dissonantie en een daarmee gepaard gaande grotere oplossingstendens gezocht moet worden, blijft de moll-dur sext ook hier de dalende leidtoon voor de dominanttoon.
VImd
Indien de moll-dur sext als grondtoon voor een akkoord wordt gebruikt, wordt ook hier de ^3 (= de kwint van het akkoord) 'aangepast', d.w.z. verlaagd, zodat het gehele akkoord VI uit mineur wordt gebruikt.
Dus: in C-majeur is VImd as - c - es en niet as - c - e.
IIImd en VIInm.md
Ook hier gaat de vermenging van majeur met mineur veel verder dan de verwisseling van een enkele toon: essentiële eigenschappen van majeur (nl. de grote terts en de leidtoon-septiem) worden ingeruild voor de mineur-equivalenten (nl. de kleine terts en kleine septiem), welke dan als grondtoon van nieuwe akkoorden gaan functioneren.
Evenals VImd zijn ook IIImd en VIInm.md typisch romantische kleurverschijnselen. Dus: in C-majeur is IIImd Es(maj7) en VIInm.md Bes(7).
bron: http://www.artezmusictools.nl/aml_new/tonaliteit/gealtereerde_akkoorden.html